Nokia E61i

Page 68
background image
Als u wilt afdrukken naar een bestand, selecteert u 
Opties
 > 
Afdrukopties
 > 
Afdrukken naar bestand
 en geeft u een locatie op
voor het bestand.
Selecteer 
Opties
 > 
Afdrukopties
 om de afdrukopties te wijzigen. U kunt de gewenste printer, het gewenste aantal afdrukken
of het paginabereik dat u wilt afdrukken opgeven.
Als u de pagina-indeling wilt wijzigen voordat u afdrukt, selecteert u 
Opties
 > 
Afdrukopties
 > 
Pagina-instelling
. U kunt het
papierformaat of de afdrukstand wijzigen, de marges definiëren en een kop- of voettekst invoegen. De koptekst en voettekst
kan uit maximaal 128 tekens bestaan.
Als u een voorbeeld van een bestand of bericht wilt bekijken voordat u het afdrukt, selecteert u 
Opties
 > 
Afdrukopties
 >
Voorbeeld
.
Notities
Selecteer 
Menu
 > 
Kantoor
 > 
Notities
.
U kunt notities maken en verzenden naar andere compatibele apparaten en u kunt tekstbestanden (indeling .txt) opslaan die
u ontvangt in 
Notities
.
Als u een nieuwe notitie wilt schrijven, selecteert u 
Opties
 > 
Nieuwe notitie
. Toets de tekst in en druk op 
Gereed
.
In de hoofdweergave van 
Notities
 zijn de volgende opties beschikbaar:
Openen
 — De geselecteerde notitie openen.
Zenden
 — Als u de geselecteerde notitie wilt verzenden, selecteert u een van de verzendmethoden.
Nieuwe notitie
 — Een nieuwe notitie maken.
Verwijderen
 — De geselecteerde notitie verwijderen.
Markeringen aan/uit
 — Een of meerdere notities selecteren en op alle notities dezelfde routine toepassen.
Synchronisatie
 —  Selecteer 
Starten
 om synchronisatie te initialiseren of 
Instellingen
 om de synchronisatie-instellingen voor
de notitie te definiëren.
Selecteer 
Opties
 > 
Zoeken
 tijdens het bekijken van een notitie om in de notitie te zoeken naar een telefoonnummer,
internettelefoonadres, e-mailadres of webadres.
Rekenm.
Opmerking:  Deze rekenmachine heeft een beperkte nauwkeurigheid en is ontworpen voor eenvoudige berekeningen.
Selecteer 
Menu
 > 
Kantoor
 > 
Rekenm.
.
Voer het eerste getal van de berekening in. Ga naar een functie zoals optellen of aftrekken in het functieoverzicht en selecteer
deze. Voer het tweede getal voor de berekening in en selecteer =. Gebruik het toetsenbord om decimaaltekens in te voeren.
De rekenmachine voert bewerkingen uit in de volgorde waarin ze zijn ingevoerd. Het resultaat van de berekening blijft in het
editorveld aanwezig en kan als het eerste getal in een nieuwe berekening worden gebruikt.
Als u de resultaten van een berekening wilt opslaan, selecteert u 
Opties
 > 
Geheugen
 > 
Opslaan
. Het opgeslagen resultaat
vervangt het eerder in het geheugen opgeslagen resultaat.
Als u het resultaat van een berekening uit het geheugen wilt ophalen en gebruiken in een berekening, selecteert u 
Opties
 >
Geheugen
 > 
Oproepen
.
Als u het laatst opgeslagen resultaat wilt weergeven, selecteert u 
Opties
 > 
Laatste resultaat
.
Als u de rekenmachine afsluit of het apparaat uitschakelt, wordt het geheugen niet gewist. U kunt het laatst opgeslagen resultaat
ophalen wanneer u de rekenmachine de eerstvolgende keer opent.
Omrekenen
Selecteer 
Menu
 > 
Kantoor
 > 
Omrekenen
.
De nauwkeurigheid van de omrekenfunctie is beperkt. Er kunnen afrondingsfouten optreden.
Maateenheden omrekenen
1. Ga naar het veld 
Type
 en selecteer 
Opties
 > 
Conversietype
 om een lijst met maateenheden te openen. Ga naar de
maateenheid die u wilt gebruiken en selecteer 
OK
x.
2. Ga naar het eerste veld 
Eenheid
 en selecteer 
Opties
 > 
Valuta wijzigen
. Selecteer de broneenheid die u wilt omrekenen en
selecteer 
OK
. Ga naar het volgende veld 
Eenheid
 en selecteer de doeleenheid waarnaar u de broneenheid wilt omrekenen.
3. Ga naar het eerste veld 
Aantal
 en voer de waarde in die u wilt omrekenen. In het andere veld 
Aantal
 wordt automatisch de
omgerekende waarde ingevuld.
K a n t o o r t o e p a s s i n g e n
© 2007 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
68