Nokia E61i

Page 84
background image
Als u categorieën wilt weergeven waarin al plaatsbepalingen aanwezig zijn, selecteert u 
Menu
 > 
Instrum.
 > 
Plaatsen
 en drukt
u de bladertoets naar rechts.
Als u de plaatsbepalingen in een categorie wilt weergeven, selecteert u de categorie en drukt u op de bladertoets.
Als u een plaatsbepaling van de ene naar de andere categorie wilt verplaatsen, drukt u de bladertoets naar links. Ga naar een
plaatsbepaling en selecteer 
Opties
 > 
Toev. aan categorie
. Ga naar de oude categorie en druk op de bladertoets om de markering
naast de categorie te verwijderen. Ga naar de categorie of categorieën waaraan u de plaatsbepaling wilt toevoegen en druk op
de bladertoets. Selecteer 
Accept.
.
Voor elke plaatsbepaling selecteert u 
Opties
 en maakt u een keuze uit de volgende opties:
Bewerken
 — Plaatsbepalingsgegevens wijzigen, bijvoorbeeld de naam, de categorie, het adres, de lengte- en breedtegraad
en de hoogte.
Nieuwe plaats
 — Een plaatsbepaling rechtstreeks vanuit de categorie maken. Selecteer 
Huidige positie
 om een
netwerkverzoek te verzenden voor de lengte- en breedtecoördinaten van uw huidige locatie, of selecteer 
Handmatig
opgeven
 om de benodigde informatie zelf in te vullen (bijvoorbeeld de naam, de categorie, het adres, de lengte- en
breedtegraad en de hoogte).
Toev. aan categorie
 — De plaatsbepaling indelen in een groep gelijksoortige plaatsbepalingen. Ga naar de categorie en druk
op de bladertoets.
Zenden
 — De plaatsbepaling verzenden naar compatibele apparaten.
Categor. bewerken
 — De plaatsbepalingscategorieën toevoegen, bewerken of verwijderen.
Categoriepictogram
 — Het pictogram van de plaatsbepaling wijzigen. Ga naar het gewenste pictogram en druk op de
bladertoets.
De beschikbare opties kunnen verschillen.
Plaatsbepalingscategorieën bewerken
Selecteer 
Opties
 > 
Categor. bewerken
.
Selecteer 
Opties
 en maak een keuze uit de volgende opties:
Nieuwe categorie
 — Een plaatsbepaling rechtstreeks vanuit de categorie maken. Selecteer 
Huidige positie
 om een
netwerkverzoek te verzenden voor de lengte- en breedtecoördinaten van uw huidige locatie, of selecteer 
Handmatig
opgeven
 om de benodigde informatie zelf in te vullen (bijvoorbeeld de naam, de categorie, het adres, de lengte- en
breedtegraad en de hoogte).
Categoriepictogram
 — Het pictogram van de plaatsbepaling wijzigen. Ga naar het gewenste pictogram en druk op de
bladertoets.
Als u een plaatsbepalingscategorie wilt verwijderen, gaat u naar de categorie en drukt u op de wistoets (Backspace). De
standaardcategorieën kunt u niet verwijderen.
Plaatsbepalingen bewerken
Selecteer 
Opties
 > 
Bewerken
 of 
Nieuwe plaats
 > 
Handmatig opgeven
. Voer de locatie en andere gegevens in, bijvoorbeeld de
naam, de categorie, het adres, de lengte- en breedtegraad en de hoogte.
Voor elke plaatsbepaling selecteert u 
Opties
 en maakt u een keuze uit de volgende opties:
Categor. selecteren
 — De plaatsbepaling indelen in een groep gelijksoortige plaatsbepalingen. Ga naar een categorie en druk
op de bladertoets om plaatsbepalingsgegevens te wijzigen, bijvoorbeeld de naam, de categorie, het adres, de lengte- en
breedtegraad en de hoogte.
Huidige positie ophalen
 — Een netwerkverzoek verzenden voor het automatisch invullen van de lengte- en
breedtecoördinaten om een plaatsbepaling te maken van uw huidige locatie.
Categoriepictogram
 — Het pictogram van de plaatsbepaling wijzigen. Ga naar het gewenste pictogram en druk op de
bladertoets.
Zenden
 — De plaatsbepaling verzenden naar compatibele apparaten.
De beschikbare opties kunnen verschillen.
Plaatsbepalingen ontvangen
Selecteer 
Menu
 > 
Berichten
. Open een bericht met een plaatsbepaling die u van een ander apparaat hebt ontvangen. Ga naar
de plaatsbepaling en druk op de bladertoets.
Als u de plaatsbepaling wilt opslaan in uw apparaat, selecteert u 
Opties
 > 
Opslaan
.
Als u de plaatsbepaling wilt doorsturen naar compatibele apparaten, selecteert u 
Opties
 > 
Zenden
.
G P S - t o e p a s s i n g e n
© 2007 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
84