Nokia E61i

Page 93
background image
Met de dienst voor vaste nummers kunt u de oproepen vanaf uw apparaat beperken tot bepaalde telefoonnummers. Niet alle
SIM-kaarten ondersteunen deze dienst. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie.
Selecteer 
Opties
 en maak een keuze uit de volgende opties:
Vaste nrs. activeren
 — Uitgaande oproepen vanaf het apparaat beperken. Als u de dienst wilt annuleren, selecteert u 
Vaste
nrs. deact.
. U hebt uw PIN2-code nodig om de dienst voor vaste nummers in en uit te schakelen of om uw contacten met vast
nummer te bewerken. Neem contact op met uw serviceprovider als u deze code niet hebt.
Nieuw SIM-contact
 — Een telefoonnummer toevoegen aan de lijst met nummers waarnaar gebeld mag worden. Voer de
naam en het telefoonnummer van het contact in. Als u oproepen wilt beperken op basis van landnummer, geeft u in 
Nieuw
SIM-contact
 het landnummer op. Alle telefoonnummers waarnaar oproepen zijn toegestaan, moeten beginnen met dit
landnummer.
Toev. uit Contacten
 — Een contact in 
Contacten
 kopiëren naar de lijst met vaste nummers.
Tip: Als u tekstberichten naar SIM-contacten wilt verzenden terwijl de dienst voor vaste nummers actief is, moet u het
nummer van de tekstberichtencentrale toevoegen aan de lijst met vaste nummers.
Als u een telefoonnummer waarnaar oproepen vanaf uw apparaat zijn toegestaan, wilt bekijken of bewerken, selecteert u
Opties
 > 
SIM-contacten
 > 
Nrs. vaste contacten
.
Druk op de beltoets om het nummer van het contact te kiezen.
Als u het telefoonnummer wilt bewerken, selecteert u 
Opties
 > 
Bewerken
. Wellicht hebt u uw PIN2-code nodig om uw vaste
nummers te bewerken.
Druk op de wistoets (Backspace) om het contact te verwijderen.
Beveiliging geheugenkaart
U kunt een geheugenkaart beveiligen met een wachtwoord om onbevoegd gebruik te voorkomen. Als u een wachtwoord wilt
instellen, selecteert u 
Opties
 > 
Wachtw. instellen
. Het wachtwoord kan 8 tekens lang zijn en is hoofdlettergevoelig. Het
wachtwoord wordt opgeslagen in het apparaat en u hoeft het niet opnieuw in te voeren zolang u de geheugenkaart in hetzelfde
apparaat gebruikt. Als u de geheugenkaart in een ander apparaat gebruikt, wordt naar het wachtwoord gevraagd. Niet alle
geheugenkaarten ondersteunen beveiliging met een wachtwoord.
Als u het wachtwoord voor de geheugenkaart wilt verwijderen, selecteert u 
Opties
 > 
Wachtw. verw.
. Wanneer u het
wachtwoord verwijdert, zijn de gegevens op de geheugenkaart niet meer beveiligd tegen onbevoegd gebruik.
Certificaatbeheer
Belangrijk:  Hoewel het gebruik van certificaten de risico's van externe verbindingen en de installatie van software
aanzienlijk beperkt, moet u de certificaten wel op de juiste wijze gebruiken om te kunnen profiteren van een verbeterde
beveiliging. De aanwezigheid van een certificaat biedt op zichzelf geen enkele bescherming. De beveiliging wordt pas
verbeterd als de certificaten correct, authentiek of vertrouwd zijn. Certificaten hebben een beperkte geldigheid. Als
wordt aangegeven dat het certificaat is verlopen of dat het nog niet geldig is, terwijl het certificaat geldig zou moeten
zijn, controleert u dan of de huidige datum en tijd van het apparaat goed zijn ingesteld.
Voordat u certificaatinstellingen wijzigt, moet u controleren of de eigenaar van het certificaat kan worden vertrouwd
en of het certificaat werkelijk van de opgegeven eigenaar afkomstig is.
Digitale certificaten worden gebruikt om de herkomst van software te controleren, maar zijn geen garantie voor de veiligheid.
Er zijn drie soorten certificaten: autorisatiecertificaten, persoonlijke certificaten en servercertificaten. Tijdens een beveiligde
verbinding stuurt een server mogelijk een servercertificaat naar uw apparaat. Bij ontvangst wordt dit gecontroleerd door een
autorisatiecertificaat dat is opgeslagen in het apparaat. U ontvangt een melding als de identiteit van de server niet authentiek
is of als niet het juiste certificaat in uw apparaat aanwezig is.
U kunt een certificaat downloaden van een website, ontvangen als bijlage bij een e-mailbericht of ontvangen als een bericht
dat via een Bluetooth- of infraroodverbinding wordt verzonden. Certificaten moeten worden gebruikt wanneer u verbinding
maakt met een online bank of een externe server om vertrouwelijke informatie over te brengen. Gebruik certificaten ook om
het risico op virussen of andere schadelijke software te verkleinen en om de authenticiteit van software te controleren wanneer
u software downloadt en op het apparaat installeert.
Tip: Controleer de authenticiteit van een certificaat als u een nieuw certificaat toevoegt.
Persoonlijke certificaten beheren
Persoonlijke certificaten zijn certificaten die aan u worden uitgevaardigd.
Als u certificaten aan het apparaat wilt toevoegen, selecteert u een certificaatbestand en selecteert u 
Opslaan
. Als u een
geselecteerd certificaat wilt verwijderen, selecteert u 
Opties
 > 
Verwijderen
.
B e v e i l i g i n g
© 2007 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
93