Nokia 9500 Communicator

Page 14
background image
Druk op de bladertoets-omlaag om de lijst met contacten te openen.
Druk op de bladertoets-omhoog om de camera te activeren.
Druk op de bladertoets-links om tekstberichten te schrijven en te verzenden.
Als u het profiel wilt wijzigen, drukt u kort op de aan/uit-toets en gaat u naar het gewenste profiel. Druk op 
Select.
 om het
Houd 
 ingedrukt om tussen twee telefoonlijnen te schakelen (netwerkdienst).
Display-indicatoren
  De signaalsterkte van het cellulaire netwerk op uw huidige locatie. Hoe hoger de balk, hoe sterker het signaal.
  Het batterijniveau. Hoe hoger de balk, hoe meer de batterij opgeladen is.
  U hebt een bericht ontvangen.
  U hebt de toetsen van de telefooninterface vergrendeld.
  U hebt het apparaat vergrendeld.
  U hebt het profiel Stil geselecteerd, waardoor het apparaat geen belsignaal geeft bij inkomende oproepen of berichten.
  Bluetooth is geactiveerd.
  Er is een infraroodverbinding actief. Als de indicator knippert, probeert de communicator verbinding te maken met het
andere apparaat of is er sprake van een verbroken verbinding.
  Het apparaat is met een gegevenskabel aangesloten op een pc.
  U hebt ervoor gekozen alle oproepen door te schakelen naar een ander nummer (netwerkdienst).
 en    Geeft de telefoonlijn aan die u hebt geselecteerd in het menu 
Instellingen
 > 
Oproepinst.
 > 
Lijn uitgaande oproepen
als u een abonnement voor twee telefoonlijnen hebt (netwerkdienst).
  Het tijdelijke profiel is actief. In het 
Config.scherm
  U hebt een oproep gemist.
  Een alarm is actief.
,  ,    Een hoofdtelefoon, handsfree-eenheid of inductielus is op het apparaat aangesloten.
  Een wireless LAN-verbinding is actief. Als u een interval voor scannen in de achtergrond hebt gedefinieerd, wordt 
weergegeven wanneer een wireless LAN-netwerk beschikbaar is.
Als u een interval voor scannen in de achtergrond wilt definiëren, gaat u naar 
Bureaublad
 > 
Extra
 > 
Config.scherm
 >
Verbindingen
 > 
Wireless LAN
 > 
Instellingen
.
  Een GPRS-verbinding is actief.
  Een gegevensoproep is actief.
  IP-passthrough is actief.
  Het apparaat is bezig met synchroniseren.
Toetsblokkering
Wanneer het toetsenslot is ingeschakeld, kunt u soms nog wel het geprogrammeerde alarmnummer kiezen. Toets het
alarmnummer in en druk op 
.
Met behulp van de toetsblokkering voorkomt u dat de toetsen op de telefooninterface per ongeluk worden ingedrukt.
Als u de toetsen wilt blokkeren, drukt u op het midden van de bladertoets en op 
.
Als u de toetsen wilt vrijgeven, drukt u op het midden van de bladertoets en op 
.
Als u het systeem wilt vergrendelen, drukt u op het midden van de bladertoets en op 
. U moet een beveiligingscode definiëren
waarmee u het systeem kunt vergrendelen en weer vrijgeven.
Als u het systeem wilt ontgrendelen, drukt u op het midden van de bladertoets en op 
. Toets de beveiligingscode in en druk
op 
OK
.
Volumeregeling
Waarschuwing:  Houd het apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de luidspreker wordt gebruikt, aangezien het volume
erg luid kan zijn.
Als u het volume wilt regelen tijdens een gesprek, drukt u op de bladertoets-links of -rechts.
A a n   d e   s l a g
Copyright © 2004-2005 Nokia. All Rights Reserved.
14