Nokia 9500 Communicator

Page 76
background image
PIN2-code
 — Druk op 
Wijzigen
 om de PIN2-code te wijzigen. De PIN2-code moet uit 4 tot 8 cijfers bestaan. De PIN2-code is
vereist voor toegang tot bepaalde functies, zoals de instellingen voor vaste nummers, die door de SIM-kaart moeten worden
ondersteund.
Het blokkeerwachtwoord wijzigen
Als u het wachtwoord voor het blokkeren van spraak-, fax- en gegevensoproepen wilt wijzigen, selecteert u 
Beveiliging
 >
Apparaatbeveiliging
 en opent u het tabblad 
Oproepen blokkeren
. Selecteer het veld 
Blokkeerwachtwoord
 en druk op
Wijzigen
. Typ het huidige wachtwoord en typ vervolgens tweemaal het nieuwe wachtwoord. Het blokkeerwachtwoord moet
uit vier cijfers bestaan.
Certificaatbeheer
Belangrijk:  Verwittigt u ervan dat, zelfs als het gebruik van certificaten de risico's van externe verbindingen en de
installatie van software aanzienlijk beperkt, de certificaten wel op de juiste wijze gebruikt moeten worden om te
kunnen profiteren van een verbeterde beveiliging. De aanwezigheid van een certificaat biedt op zichzelf geen enkele
beveiliging; de beveiliging wordt pas verbeterd als de certificaten correct, authentiek of vertrouwd zijn. Certificaten
hebben een beperkte levensduur. Als wordt aangegeven dat het certificaat is verlopen of dat het nog niet geldig is,
terwijl het certificaat geldig zou moeten zijn, controleert u dan of de huidige datum en tijd van het apparaat goed zijn
ingesteld.
Voordat u certificaatinstellingen wijzigt, moet u controleren of de eigenaar van het certificaat kan worden vertrouwd
en of het certificaat werkelijk van de opgegeven eigenaar afkomstig is.
Digitale certificaten kunnen voor het volgende worden gebruikt:
• verbinding maken met een on line bankiersdienst of een andere site of externe server om vertrouwelijke gegevens over te
brengen
• het risico op virussen of andere schadelijke software verkleinen en de betrouwbaarheid van software controleren tijdens het
downloaden en installeren
Certificaten beheren
Persoonlijke certificaten zijn certificaten die aan u zijn uitgevaardigd. Deze certificaten worden vermeld op het tabblad
Gebruiker
.
Autorisatiecertificaten worden vermeld op het tabblad 
Overige
. Deze worden door bepaalde diensten, zoals bankiersdiensten,
gebruikt om de geldigheid van andere certificaten te controleren.
Als u certificaten wilt toevoegen, selecteert u 
Beveiliging
 > 
Certificaatbeheer
. Druk op 
Toevoegen
 om een nieuw certificaat toe
te voegen. U kunt dan bladeren om naar het certificaatbestand te zoeken. Druk op 
Verwijderen
 om een geselecteerd certificaat
te verwijderen.
Als u de betrouwbaarheid van een certificaat wilt controleren, selecteert u 
Beveiliging
 > 
Certificaatbeheer
. Selecteer een
certificaat en druk op 
Details
. In het veld 
Uitgegeven aan:
 wordt de eigenaar van het certificaat vermeld. Controleer of dit veld
inderdaad de naam bevat van de eigenaar van het certificaat. Het veld 
Vingerafdruk:
 bevat de unieke identificatie van het
certificaat. Raadpleeg de helpdesk of klantenondersteuning van de eigenaar van het certificaat en vraag naar de MD5-
handtekening van het certificaat. Vergelijk de 'handtekening' met de handtekening in het dialoogvenster.
Tip: De betrouwbaarheid van een certificaat controleren zodra een nieuw certificaat wordt toegevoegd.
Als u de vertrouwensinstellingen van een certificaat wilt wijzigen, selecteert u 
Beveiliging
 > 
Certificaatbeheer
. Selecteer het
certificaat, druk op 
Details
 en druk op 
Vertrouwensinstellingen
. Afhankelijk van het certificaat wordt een lijst met toepassingen
weergegeven die het geselecteerde certificaat kunnen gebruiken. Selecteer een toepassingsveld en wijzig de waarde in 
Ja
 of
Nee
. De vertrouwensinstellingen van een persoonlijk certificaat kunnen niet gewijzigd worden.
Als u het wachtwoord voor de persoonlijke sleutelopslag wilt wijzigen, selecteert u 
Beveiliging
 > 
Certificaatbeheer
. Open het
tabblad 
Wachtwoord
 en druk op 
Wijzig wachtw.
. Voer het huidige wachtwoord in, druk op 
OK
 en voer tweemaal het nieuwe
wachtwoord in. U hebt het wachtwoord voor de persoonlijke sleutelopslag nodig wanneer u persoonlijke certificaten gebruikt.
De persoonlijke sleutelopslag bevat de vertrouwelijke sleutels die bij persoonlijke certificaten worden geleverd.
Extra's
Ga naar 
Bureaublad
 > 
Extra
 > 
Config.scherm
 > 
Extra's
.
Info
Als u het versienummer van de software wilt weergeven, selecteert u 
Extra's
 > 
Info
 en schuift u naar de onderkant van het
dialoogvenster.
C o n f i g . s c h e r m
Copyright © 2004-2005 Nokia. All Rights Reserved.
76