Nokia 9500 Communicator

Page 32
background image
Als u een e-mailbericht van het apparaat verwijdert terwijl u off line bent, wordt het bericht uit de externe mailbox verwijderd
wanneer u de volgende keer verbinding maakt met de mailbox. U kunt een bericht van het apparaat verwijderen om
Door uw e-mailberichten off line te beheren, bespaart u de kosten van de verbinding en kunt u werken in omstandigheden
waarin geen gegevensverbinding mogelijk is. Als u werkt in omstandigheden waarin een verbinding niet meer beschikbaar is,
kunt u overgaan op een andere verbinding.
De internetverbinding wijzigen
Als de verbinding wegvalt, dient u wellicht een andere verbinding te gebruiken.
Als u een andere verbinding wilt gebruiken, drukt u op Menu en selecteert u 
Extra
 > 
Verbinding wijzigen
. Ga naar een nieuwe
verbinding en druk op 
Verbinden
. U moet overigens eerst een e-mailaccount selecteren en on line zijn om een andere verbinding
te kunnen instellen. Bovendien geldt die wijziging alleen voor de desbetreffende account.
Als de huidige verbinding wegvalt, wordt u om een bevestiging gevraagd als u de communicator niet hebt ingesteld op het
automatisch overschakelen naar een andere verbinding. 
Als u een andere verbinding wilt gebruiken, gaat u naar de gewenste verbinding en drukt u op 
Wijzigen
.
Als u on line wilt gaan na het selecteren van een nieuwe verbinding, drukt u op 
Verbinden
.
E-mailberichten opstellen en verzenden
Druk op 
Bericht opstellen
, selecteer 
E-mail
 en druk op 
OK
.
Als u een nieuw e-mailbericht wilt opstellen, drukt u op 
Adresboek
. Selecteer de geadresseerde van het bericht in het
Contactenbestand
 en druk op 
Aan
. Voer een onderwerp voor het bericht in en druk op 
Verzenden
. U kunt ook het e-mailadres
van de geadresseerde invoeren in het veld 
Aan:
. E-mailadressen kunnen geen tekens met accent bevatten, zoals Å, Ä of É.
Tip: Als u de primaire geadresseerde van het e-mailbericht selecteert in het contactenbestand, kunt u ook de andere
geadresseerden selecteren met behulp van de knoppen 
CC
 (de geadresseerde is zichtbaar voor alle andere
geadresseerden) en 
BCC
 (de geadresseerde blijft verborgen voor alle andere geadresseerden).
Als u de verzendtijd wilt instellen of andere instellingen voor aflevering wilt aanpassen, drukt u op 
Extra
 > 
Verzendopties...
.
U kunt documenten, afbeeldingen en andere bestanden als bijlage bij een e-mailbericht verzenden.
Als u een bestand wilt koppelen aan een e-mailbericht, drukt u op 
Bestand invoegen
.
Tip: Alle e-mailberichten worden opgeslagen in de 
Postvak UIT
 voordat ze worden verzonden. Tenzij uw e-mailbericht
direct wordt verzonden, kunt u het Postvak UIT openen en het verzenden van de e-mail onderbreken en hervatten of
het bericht openen.
Als u het e-mailbericht wilt opslaan in de map 
Concepten
 zonder het te verzenden, drukt u op 
Sluiten
.
Begin met het opstellen of bewerken van een e-mailbericht, druk op Menu en selecteer 
Extra
 > 
Voorkeuren...
.
Als u het lettertype of de tekengrootte van de tekst wilt wijzigen, selecteert u het betreffende veld en drukt u op 
Wijzigen
.
Selecteer het nieuwe lettertype of de nieuwe tekengrootte en druk op 
OK
.
Als u de standaardtekenset wilt wijzigen, selecteert u 
Standaardtekenset
 en drukt u op 
Wijzigen
. Selecteer de gewenste tekenset
en druk op 
OK
. Tekensets hebben invloed op de manier waarop uw e-mails worden weergegeven door het e-mailprogramma
van de geadresseerde. Als het gehele bericht of woorden met speciale tekens fout worden weergegeven, kan dit te wijten zijn
aan de gebruikte tekenset.
Tip: U kunt de tekenset wijzigen die is ingesteld voor e-mail in onbewerkte-tekstindeling. E-mail in HTML-indeling
gebruikt de tekenset UTF-8. Als u de tekenset voor uw huidige e-mailbericht wilt wijzigen, drukt u op Menu en selecteert
Opmaak
 > 
Tekenset
.
Verzendopties
Als u verzendopties voor uw e-mailbericht wilt definiëren, drukt u op Menu en selecteert u 
Extra
 > 
Verzendopties...
.
Open het tabblad 
Bericht
.
Als u de prioriteit van het e-mailbericht wilt instellen, selecteert u 
Prioriteit
 en drukt u op 
Wijzigen
.
Als u het e-mailtype wilt definiëren, selecteert u 
Berichttype
 en drukt u op 
Wijzigen
.
Selecteer de volgende opties:
Tekst (geen MIME)
 — Specificeer wanneer het ontvangende e-mailsysteem geen berichten kan weergeven die worden
verzonden in de standaard e-mailindeling voor internet, MIME.
Onbewerkte tekst
 — Selecteer het gebruik van de standaard e-mailindeling voor internet, MIME. Met de indeling MIME kunt
u bijvoorbeeld afbeeldingen als bijlage bij het bericht verzenden.
B e r i c h t e n
Copyright © 2004-2005 Nokia. All Rights Reserved.
32