Nokia 9500 Communicator

Page 19
background image
Camera
 
Hiermee kunt u de camera activeren en de instellingen voor de camera
SIM-diensten
 
Geeft toegang tot de extra functies die op de SIM-kaart beschikbaar zijn. Dit
menu is uitsluitend beschikbaar als dit door de SIM-kaart wordt
ondersteund.
Berichten 
Met uw apparaat kunnen tekstberichten worden verzonden die langer zijn dan 160 tekens. Als een bericht langer is dan 160
tekens, wordt het als een reeks van twee of meer berichten verzonden.
Bovenaan in het display wordt de berichtlengte aangegeven, terugtellend vanaf 160. 10/2 betekent bijvoorbeeld dat u nog 10
tekens kunt toevoegen als u de tekst in twee berichten wilt verzenden.
Het gebruik van speciale (Unicode-)tekens zoals ë, â en á kost meer ruimte.
Als uw bericht speciale tekens bevat, wordt de berichtlengte mogelijk niet correct aangegeven. Voordat het bericht wordt
verzonden, krijgt u een melding als het bericht de maximumlengte voor berichten overschrijdt.
Druk op 
Menu
 en selecteer 
Berichten
.
Tijdens het verzenden van berichten kan de communicator de woorden 
Bericht is verzonden
 weergeven. Hiermee wordt
aangegeven dat het bericht is verzonden naar het nummer van de berichtencentrale dat in de telefoon is geprogrammeerd. Dit
wil dus niet zeggen dat het bericht is aangekomen op de doellocatie. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer
informatie over berichtendiensten. Als u een tekstbericht wilt opstellen, selecteert u 
Bericht opstellen
 en toetst u de berichttekst
in. Als u het bericht wilt verzenden, drukt u op de beltoets of op 
Verzend.
 en voert u het telefoonnummer van de ontvanger in,
of drukt u op 
Zoeken
 om het telefoonnummer op te zoeken in de lijst met contacten. Als u op 
Opties
 drukt tijdens het intoetsen
van het bericht, kunt u het bericht bijvoorbeeld aan verschillende ontvangers sturen of het bericht opslaan voor later gebruik.
Tip: U kunt de editor voor korte berichten openen vanuit de stand-bymodus door op de bladertoets-links te drukken.
Als u de inhoud van een tekstberichtenmap wilt weergeven, selecteert u 
Mappen
 en selecteert u de gewenste map. Als u een
nieuwe map wilt maken, drukt u op 
Opties
 in de mappenlijst en selecteert u 
Map toevoegen
.
Tip: U kunt de map Postvak IN openen vanuit de stand-bymodus door op de bladertoets-rechts te drukken.
Als u het nummer van uw voicemailbox wilt definiëren of bewerken (netwerkdienst), selecteert u 
Spraakberichten
 > 
Nummer
voicemailbox
. Toets het nummer in of zoek het op in de lijst met contacten. U krijgt het voicemailnummer van uw serviceprovider
of netwerkoperator.
Als u spraakberichten wilt beluisteren (netwerkdienst), selecteert u 
Spraakberichten
 > 
Luisteren naar voicemail
.
Als u een dienstopdracht naar de serviceprovider wilt zenden (netwerkdienst), selecteert u 
Dienstopdrachten
. Toets de opdracht
in en druk op de beltoets of op 
Verzend.
.
Logboek 
U kunt gekozen nummers en de telefoonnummers van gemiste en ontvangen oproepen weergeven, en de duur van uw
gesprekken bekijken.
Gemiste en ontvangen oproepen worden alleen opgeslagen als het netwerk deze functies ondersteunt en de telefoon is
ingeschakeld en zich binnen het bereik van het netwerk bevindt.
Druk op 
Menu
 en selecteer 
Logboek
.
U kunt ook informatie over recente oproepen weergeven op de communicatorinterface. 
Contacten 
U kunt de namen en telefoonnummers (contacten) die u in het telefoongeheugen of op de SIM-kaart hebt opgeslagen,
weergeven en beheren.
In het telefoongeheugen kunt u namen met verschillende telefoonnummers opslaan. Het aantal namen dat u kunt opslaan, is
afhankelijk van de hoeveelheid gegevens die u voor elke naam hebt opgeslagen.
In het SIM-kaartgeheugen kunt u één telefoonnummer per naam opslaan.
U kunt ook de uitgebreidere toepassing 
Contacten
 van de communicatorinterface gebruiken.
D e   t e l e f o o n i n t e r f a c e
Copyright © 2004-2005 Nokia. All Rights Reserved.
19