Nokia E61

Page 17
background image
2.
Het apparaat
Wanneer u het apparaat inschakelt, wordt mogelijk de SIM-kaartprovider herkend en worden de juiste instellingen voor
tekstberichten, multimediaberichten en GPRS automatisch geconfigureerd. U kunt de instellingen ook ontvangen in een speciaal
tekstbericht van uw serviceprovider.
Menu
Het 
Menu
 is een beginpunt van waaruit u alle toepassingen in de communicator of op een geheugenkaart kunt openen. Het
Menu
 bevat toepassingen en mappen, waarin soortgelijke toepassingen zijn samengebracht. Gebruik de joystick om omhoog
en omlaag over het scherm te bewegen.
Toepassingen die u zelf in het apparaat installeert, worden standaard opgeslagen in de map 
Installatie
.
U opent een toepassing door er naartoe te gaan en op de joystick te drukken.
Als u de toepassingen wilt weergeven in een lijst, selecteert u 
Opties
 > 
Weergave wijzigen
 > 
Lijst
. Als u wilt terugkeren naar de
roosterweergave, selecteert u 
Opties
 > 
Weergave wijzigen
 > 
Raster
.
Als u het geheugengebruik van verschillende toepassingen en gegevens in het apparaat of op de geheugenkaart wilt weergeven
of de hoeveelheid vrij geheugen wilt controleren, selecteert u 
Opties
 > 
Gegevens geheugen
.
Als u de map opnieuw wilt ordenen, gaat u naar de toepassing die u wilt verplaatsen en selecteert u 
Opties
 > 
Verplaatsen
. Naast
de toepassing verschijnt een vinkje. Ga naar een nieuwe locatie en selecteer 
OK
.
Als u een toepassing naar een andere map wilt verplaatsen, gaat u naar de gewenste toepassing en selecteert u
achtereenvolgens 
Opties
 > 
Verplaats naar map
, de nieuwe map en 
OK
.
Als u toepassingen wilt downloaden van internet, selecteert u 
Opties
 > 
Toep.downloads
.
Als u een nieuwe map wilt maken, selecteert u 
Opties
 > 
Nieuwe map
. U kunt geen mappen binnen mappen maken.
Als u de naam van een nieuwe map wilt wijzigen, selecteert u 
Opties
 > 
Naam wijzigen
.
Tip: Als u wilt schakelen tussen geopende toepassingen, houdt u de menutoets ingedrukt. Het venster voor het
schakelen tussen toepassingen wordt geopend en de geopende toepassingen worden weergegeven. Ga naar een
toepassing en druk op de joystick om de toepassing te activeren.
Bladeren en selecteren
Gebruik de joystick om te bladeren en te selecteren. Met de joystick kunt u omhoog, omlaag, naar links en naar rechts bewegen
in het 
Menu
 of in verschillende toepassingen en lijsten. U kunt ook op de joystick drukken om toepassingen of bestanden te
openen of instellingen te bewerken.
Als u tekst wilt selecteren, houdt u de Shift-toets ingedrukt en gaat u met de joystick naar links of rechts totdat u de gewenste
tekst heb geselecteerd.
Als u verschillende items wilt selecteren, bijvoorbeeld berichten, bestanden of contacten, drukt u de joystick omhoog, omlaag,
naar links of naar rechts om het gewenste item te markeren. Selecteer 
Opties
 > 
Markeringen aan/uit
 > 
Markeren
 om één item
te selecteren of 
Opties
 > 
Markeringen aan/uit
 > 
Alle markeren
 om alle items te selecteren.
Als u een object wilt selecteren, zoals een bijlage in een document, gaat u naar het object zodat aan weerszijden van het object
vierkante markeringen verschijnen.
Tekst invoeren
Uw apparaat is uitgerust met een volledig toetsenbord. De meestgebruikte leestekens hebben een eigen toets of kunnen worden
ingevoerd via een toetsencombinatie.
 en 
 geven aan of hoofdletters of kleine letters zijn geselecteerd.
Sommige tekens (bijvoorbeeld leestekens en symbolen) zijn blauw gemarkeerd op de toetsen. Als u een blauw gemarkeerd
teken wilt invoeren, drukt u op de blauwe functietoets en op de toets met het gewenste teken.
Als u een cijfer wilt invoegen, drukt u op de blauwe functietoets zodat   in het display wordt weergegeven en drukt u op een
toets met een cijfer op de blauwe achtergrond. Als u de blauwe functietoets wilt vergrendelen en alleen cijfers wilt invoegen,
drukt u tweemaal op de blauwe functietoets zodat   in het display wordt weergegeven.
Als u een teken wilt wissen, drukt u op de wistoets (Backspace). Houd de backspace ingedrukt als u meerdere tekens wilt wissen.
Druk op de Chr-toets om een lijst met speciale tekens te openen. Navigeer met de joystick door de lijst en selecteer een teken.
Als u tekens zoals "A" of "O" met andere toetsen wilt invoegen, houdt u de Chr-toets ingedrukt terwijl u herhaaldelijk op de
andere toets drukt totdat het gewenste teken wordt weergegeven.
Copyright © 2006 Nokia. All Rights Reserved.
17