Nokia E61

Page 52
background image
Het SIM-toegangsprofiel beheren
1. Selecteer 
Menu
 > 
Connect.
 > 
Bluetooth
 om Bluetooth-connectiviteit in uw apparaat te activeren.
2. Als u de externe SIM-modus wilt activeren, gaat u naar 
Externe SIM-modus
 en drukt u op de joystick.
3. Activeer Bluetooth in de carkit.
4. Gebruik uw carkit om het zoeken naar compatibele apparaten te starten. Zie de gebruikershandleiding bij uw carkit voor
instructies.
5. Selecteer uw apparaat in de lijst met compatibele apparaten.
6. Koppel de apparaten door de Bluetooth-toegangscode die in het display van de carkit wordt weergeven, in te voeren in uw
apparaat.
7. Autoriseer de carkit. Selecteer 
Menu
 > 
Connect.
 > 
Bluetooth
 en ga naar het tabblad 
Gekopp. apparaten
. Ga naar de carkit en
voer de Bluetooth-toegangscode in. Selecteer 
Ja
 wanneer het apparaat vraagt of er automatisch verbinding moet worden
gemaakt. Verbindingen tussen uw apparaat en de carkit kunnen zonder afzonderlijke toestemming of autorisatie tot stand
worden gebracht. Als u 
Nee
 selecteert, moeten verbindingsverzoeken van dit apparaat elke keer opnieuw expliciet worden
geaccepteerd.
Tip: Als u de SIM-kaart al met het actieve gebruikersprofiel vanaf de carkit hebt benaderd, zoekt de carkit automatisch
naar een apparaat met de SIM-kaart. Als uw apparaat wordt gevonden en automatische autorisatie geactiveerd is,
wordt automatisch verbinding gemaakt met het GSM-netwerk wanneer u de auto start.
Wanneer u het profiel voor externe SIM-toegang activeert , kunt u toepassingen op uw apparaat gebruiken die geen netwerk
of SIM-diensten nodig hebben.
Als u de verbinding voor externe SIM-toegang wilt beëindigen, selecteert u 
Menu
 > 
Connect.
 > 
Bluetooth
 > 
Externe SIM-
modus
 > 
Uit
.
Infrarood
Richt de IR(infrarood)-straal niet op andermans ogen en vermijd dat deze storen met andere IR-apparaten. Dit apparaat is een
Klasse 1 laserproduct.
Gebruik infrarood om twee apparaten met elkaar te verbinden en gegevens tussen de apparaten uit te wisselen. Met infrarood
kunt u gegevens zoals visitekaartjes, agendanotities en mediabestanden uitwisselen met een compatibel apparaat.
Gegevens verzenden en ontvangen
1. Zorg ervoor dat de infraroodpoorten van beide apparaten naar elkaar toe gericht zijn. De onderlinge positie van de apparaten
is belangrijker dan de hoek of de afstand.
2. Selecteer 
Menu
 > 
Connect.
 > 
Infrarood
 en druk op de joystick om infrarood op uw apparaat in te schakelen. Schakel infrarood
in op het andere apparaat.
3. Wacht enkele seconden totdat de infraroodverbinding tot stand is gebracht.
4. Als u een bestand wilt verzenden, zoekt u het gewenste bestand in een toepassing of vanuit bestandsbeheer en selecteert
Opties
 > 
Zenden
 > 
Via infrarood
.
Als de gegevensoverdracht niet binnen een minuut na activering van de infraroodpoort is gestart, wordt de verbinding
verbroken en moet deze opnieuw tot stand worden gebracht.
Alle items die via infrarood worden ontvangen, worden in de map Inbox van 
Berichten
 geplaatst.
Als de apparaten tijdens een verbinding worden verplaatst, wordt de verbinding verbroken maar blijft de infraroodstraal op
uw apparaat actief totdat u deze uitschakelt.
Gegevensverbindingen
Packet-gegevens
GPRS (General Packet Radio Service) biedt mobiele telefoons draadloze toegang tot gegevensnetwerken (netwerkdienst). GPRS
maakt gebruik van packet-gegevens waarbij informatie in kleine pakketjes via het mobiele netwerk wordt verzonden. Het
voordeel bij het verzenden van gegevens in packets is dat het netwerk alleen wordt gebruikt wanneer gegevens daadwerkelijk
worden verzonden of ontvangen. Omdat GPRS efficiënt gebruikmaakt van het netwerk, is de gegevensverbinding snel ingesteld
en zijn hoge transmissiesnelheden mogelijk.
Voor het gebruik van de GPRS-dienst hebt u een abonnement nodig. Informeer bij uw netwerkoperator of serviceprovider naar
de beschikbaarheid en abonnementsmogelijkheden van GPRS.
EGPRS (Enhanced GPRS) lijkt op GPRS, maar biedt snellere verbindingen. Informeer bij uw netwerkoperator of serviceprovider
naar de beschikbaarheid van EGPRS en naar de mogelijke transmissiesnelheden. Wanneer u GPRS als gegevensdrager hebt
ingesteld, maakt het media-apparaat gebruik van EGPRS in plaats van GPRS als het netwerk die mogelijkheid biedt.
C o n n e c t i v i t e i t
Copyright © 2006 Nokia. All Rights Reserved.
52