Nokia E61

Page 55
background image
Beleid installeren
 — Een beleid installeren. Voer uw gebruikersnaam en wachtwoord voor de VPN-beleidsserver in. Neem
contact op met uw systeembeheerder voor uw gebruikersnaam en wachtwoord.
VPN-toeg.punt def.
 — Een VPN-toegangspunt maken dat is samengesteld uit een internettoegangspunt en een VPN-beleid.
Beleid bijwerken
 — Het geselecteerde VPN-beleid bijwerken.
Beleid verwijderen
 — Het geselecteerde VPN-beleid verwijderen. Als u een VPN-beleid verwijdert, wordt dit opnieuw
geïnstalleerd wanneer u uw apparaat de volgende keer synchroniseert met de VPN-beleidsserver, tenzij het beleid ook van
de server is verwijderd. Omgekeerd, als een VPN-beleid van de server wordt verwijderd, wordt het beleid tijdens de
synchronisatie ook van uw apparaat verwijderd.
Als u VPN-beleidsserver wilt beheren, selecteert u 
VPN-beleidsservers
 > 
Opties
 > 
Openen
 en maakt u een keuze uit de volgende
opties:
Nieuwe server
 — VPN-beleidsservers toevoegen
Synchroniseer srvr
 — Het nieuwe VPN-beleid installeren of het geselecteerde VPN-beleid bijwerken.
Server verwijderen
 — De geselecteerde VPN-beleidsserver verwijderen.
Als u de instellingen van de VPN-beleidsserver wilt beheren, selecteert u 
Opties
 > 
Openen
 > 
Nieuwe server
 of 
Server
bewerken
 en maakt u een keuze uit de volgende opties:
Beleidsservernaam
 — Geef een naam van maximaal 30 tekens op voor de server.
Beleidsserveradres
 — Voer het adres van de server in. Het adres van de beleidsserver kan niet worden bewerkt nadat u met
de server verbinding hebt gemaakt om VPN-beleid te installeren of bij te werken.
Internettoeg.punt
 — Selecteer het internettoegangspunt voor deze VPN-beleidsserver.
Ww. beveil. sleutel
 — De beveiligingssleutel voor het wachtwoord wijzigen. Het wachtwoord wordt automatisch gemaakt
wanneer dit de eerste keer nodig is.
Het VPN-logboek weergeven
Selecteer 
VPN-beheer
 > 
VPN-logbestand
 > 
Openen
.
In een VPN-logboek worden uw bezoeken aan VPN-servers vastgelegd wanneer u VPN-beleid en VPN-verbindingen wilt
installeren, bijwerken en synchroniseren. Fouten, waarschuwingen en informatie-items worden aangeduid met een pictogram
links van de vermelding. Als u een logboekvermelding in detail wilt weergeven, selecteert u de vermelding. Rapporteer de codes
die u in de detailweergave ziet aan de systeembeheerder, omdat deze codes kunnen helpen bij het opsporen van mogelijke
problemen met VPN. Wanneer het logboek een grootte van 20 kB bereikt, worden de oudste logboekvermeldingen verwijderd
om ruimte te maken voor nieuwe vermeldingen.
Selecteer 
Opties
 en maak een keuze uit volgende opties:
Logb. vernieuwen
 — Het logboek bijwerken.
Logboek wissen
 — De logboekvermeldingen verwijderen.
Roaming van e-mailgegevens
Selecteer 
Menu
 > 
Instrumenten
 > 
Instell.
 > 
Verbinding
 > 
Toegangspuntengr.
.
Met uw apparaat is roaming tussen technologieën voor draadloze toegang, zoals WLAN en GPRS, mogelijk voor e-mail. U kunt
bijvoorbeeld thuis een e-mailsessie starten en deze sessie op weg naar uw werk voortzetten. Terwijl uw sessie zonder
onderbreking wordt voortgezet, schakelt uw mobiele apparaat van WLAN naar GPRS en weer terug naar WLAN als u op het werk
aankomt.
Toegangspuntengroepen
Als u een toegangspuntengroep wilt maken, selecteert u 
Toegangspuntengr.
 > 
Opties
 > 
Nieuwe groep
. Ga naar het veld
Groepsnaam
 en voer een naam voor de groep in. Geef in het veld 
Verbinding wijzigen
 aan of het wisselen van verbinding in het
display moet worden weergegeven. In de sectie 
Toegangspunten
 kiest en bewerkt u de toegangspunten die tot deze groep
behoren.
Als u een toegangspunt wilt toevoegen aan de geselecteerde toegangspuntengroep, selecteert u 
Toegangspunten
 > 
Opties
 >
Toegangspunt toev.
 en vervolgens het toe te voegen toegangspunt.
Als u een toegangspunt in een toegangspuntengroep wilt bewerken, selecteert u het toegangspunt en 
Opties
 > 
Bewerken
.
Als u een toegangspunt in een toegangspuntengroep wilt verwijderen, selecteert u het toegangspunt en 
Opties
 >
Verwijderen
.
Als u de volgorde wilt instellen waarin toegangspunten worden gebruikt voor roaming van e-mailgegevens, selecteert u een
toegangspuntengroep en 
Wijzigen
. Ga naar een toegangspunt en selecteer 
Opties
 > 
Hogere prioriteit
 of 
Lagere prioriteit
.
Als u de SMTP-instellingen van een toegangspunt wilt wijzigen, selecteert u het gewenste toegangspunt in de lijst met
toegangspuntengroepen, selecteert u 
Opties
 en maakt u een keuze uit de volgende opties:
SMTP-server overschr.
 — De huidige SMTP-serverinstellingen overschrijven.
C o n n e c t i v i t e i t
Copyright © 2006 Nokia. All Rights Reserved.
55