Nokia E61

Page 48
background image
Een wireless LAN-internettoegangspunt definiëren
1. Selecteer 
Menu
 > 
Instrum.
 > 
Instell.
 > 
Verbinding
 > 
Toegangspunten
.
2. Selecteer 
Opties
 > 
Nieuw toegangspunt
. Als u een bestaand toegangspunt wilt gebruiken als basis voor een nieuw
toegangspunt, selecteert u 
Huidige inst. gebruik.
. Als u wilt beginnen met leeg toegangspunt, selecteert u 
Standaardinst.
gebr.
.
3. Definieer de volgende instellingen:
Naam verbinding
 — Voer een beschrijvende naam in voor de verbinding.
Drager gegevens
 — Selecteer 
Wireless LAN
.
WLAN-netwerknaam
 — Als u de SSID (Service Set Identifier) wilt invoeren, selecteert u 
Handmatig opgeven
. De SSID is de
naam waarmee het specifieke wireless LAN wordt aangeduid. Als u het netwerk wilt kiezen uit de wireless LAN's in het
bereik, selecteert u 
Netw.namen zken
.
Netwerkstatus
 — Selecteer 
Verborgen
 als het netwerk waarmee u verbinding maakt, verborgen is, of selecteer
Openbaar
 als dat niet het geval is.
WLAN-netwerkmodus
 — Als u 
Infrastructuur
 selecteert, kunnen apparaten met elkaar en met vaste LAN-apparaten
communiceren via een wireless LAN-toegangspunt. Als u 
Ad-hoc
 selecteert, kunnen apparaten rechtstreeks gegevens
verzenden naar en ontvangen van elkaar en is er geen wireless LAN-toegangspunt vereist.
WLAN-beveil.modus
 — U moet dezelfde beveiligingsmodus selecteren die wordt gebruikt in het wireless LAN-
toegangspunt. Als u WEP (Wired Equivalent Privacy), 802.1x of WPA2 (Wi-Fi Protected Access) selecteert, moet u ook de
betreffende extra instellingen configureren.
WLAN-beveil.instell.
 — Bewerk de beveiligingsinstellingen voor de geselecteerde 
WLAN-beveil.modus
.
Homepage
 — Geef het webadres op van de pagina die u in het display wilt weergeven wanneer u dit toegangspunt
gebruikt.
De instellingen die gewijzigd kunnen worden, kunnen verschillen.
Geavanceerde instellingen voor een wireless LAN-internettoegangspunt
Selecteer 
Menu
 > 
Instrum.
 > 
Instell.
 > 
Verbinding
 > 
Toegangspunten
.
Nadat u de basisinstellingen voor het wireless LAN-internettoegangspunt hebt gedefinieerd, selecteert u 
Opties
 > 
Geavanc.
instell.
 en definieert u de volgende geavanceerde instellingen:
IPv4-instellingen
 — Voer het IP-adres en naamserveradres van het apparaat in voor het IPv4-internetprotocol.
IPv6-instellingen
 — Selecteer de naamserveradressen voor het IPv6-internetprotocol of selecteer deze.
Ad-hoc kanaal
 — Als de geselecteerde netwerkmodus 'ad-hoc' is, selecteert u 
Dr gebr. gedefinieerd
 om handmatig een
kanaalnummer in te voeren (1-11).
Proxy-serveradres
 — Voer het adres van de proxyserver in.
Proxy-poortnummer
 — Voer het poortnummer van de proxyserver in.
De instellingen die gewijzigd kunnen worden, kunnen verschillen. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer
informatie.
Wireless LAN
Selecteer 
Menu
 > 
Instrum.
 > 
Instell.
 > 
Verbinding
 > 
Wireless LAN
.
Als uw apparaat de beschikbaarheid van wireless LAN moet weergeven, selecteert u 
Beschikbrhd tonen
.
Tip: U kunt ook zoeken naar netwerken binnen het bereik.
Als u voor uw apparaat het MAC-adres voor een WLAN-router moet configureren, voert u *#62209526# in op het toetsenbord
van het apparaat. Het MAC-adres wordt in het display weergegeven.
Kabelverbinding
Installeer het stuurprogramma voor de USB-gegevenskabel op de pc voordat u een kabelverbinding gebruikt. U kunt
Gegevensoverdracht
 gebruiken zonder de stuurprogramma's voor de USB-gegevenskabel te installeren.
Selecteer 
Menu
 > 
Connect.
 > 
Gegev.kabel
.
Met behulp van een USB-gegevenskabel kunt u het apparaat aansluiten op een compatibele pc. Sluit de USB-gegevenskabel aan
op de onderzijde van het apparaat. Als u het apparaattype wilt wijzigen dat u normaliter met de gegevenskabel op uw apparaat
aansluit, drukt u op de joystick.
Maak een keuze uit de volgende opties:
Vragen bij verbinding
 — Selecteer of u altijd naar het apparaattype wilt worden gevraagd zodra u de gegevenskabel op het
apparaat aansluit.
PC Suite
 — Gebruik de gegevenskabel om het apparaat te verbinden met PC Suite en gebruik het apparaat als modem.
C o n n e c t i v i t e i t
Copyright © 2006 Nokia. All Rights Reserved.
48