Nokia E61

Page 53
background image
Tijdens een oproep is het niet mogelijk een GPRS-verbinding tot stand te brengen en wordt een bestaande GPRS-verbinding in
de wachtstand geplaatst tenzij het netwerk overdrachten in dual mode ondersteunt.
UMTS
UMTS (Universal Mobile Telecommunications System) is een 3G-verbinding voor mobiele communicatie. Naast spraak en
gegevens kan UMTS ook audio en video overbrengen naar draadloze apparaten.
Het apparaat kan automatisch schakelen tussen GSM- en UMTS-netwerken.
Als u een netwerkmodus wilt instellen, selecteert u 
Menu
 > 
Instrum.
 > 
Instell.
 > 
Netwerk
 en selecteert u het netwerk in
Netwerkmodus
 Als u wilt dat het apparaat automatisch schakelt tussen de netwerkmodi, selecteert u 
Dual mode
.
Het GSM-netwerk wordt aangegeven met  , het UMTS-netwerk met  .
Wanneer u het apparaat gebruikt in GSM- en UMTS-netwerken, kunnen er meer gegevensverbindingen tegelijk actief zijn en
kunnen toegangspunten een gegevensverbinding delen. In het UMTS-netwerk blijven gegevensverbindingen actief gedurende
spraakoproepen. U kunt bijvoorbeeld sneller internetten dan voorheen terwijl u een telefoongesprek voert.
Wireless LAN (Wireless Local Area Network)
In sommige plaatsen, bijvoorbeeld in Frankrijk, gelden beperkingen op het gebruik van draadloos LAN. Raadpleeg voor meer
informatie de lokale autoriteiten.
Functies die gebruikmaken van wireless LAN of die ervoor zorgen dat wireless LAN-functies op de achtergrond actief zijn terwijl
andere functies worden gebruikt, verbruiken meer batterijcapaciteit en kunnen de levensduur van batterijen verkorten.
Dit apparaat kan een wireless LAN-netwerk herkennen en een verbinding daarmee tot stand brengen.
Als u het apparaat naar een andere locatie verplaatst binnen het wireless LAN en buiten het bereik van een wireless LAN-
toegangspunt, kan de roamingfunctionaliteit automatisch een verbinding tot stand brengen tussen het apparaat en een ander
toegangspunt dat tot hetzelfde netwerk behoort. Zo lang u binnen het bereik van toegangspunten blijft die tot hetzelfde
netwerk behoren, kan de verbinding tussen uw apparaat en het netwerk in stand blijven.
Tip: Er wordt een verbinding met een wireless LAN tot stand gebracht wanneer u een gegevensverbinding maakt met
behulp van een wireless LAN-toegangspunt. De actieve wireless LAN-verbinding wordt verbroken wanneer u de
gegevensverbinding verbreekt.
Met uw apparaat kunt u op verschillende manieren communiceren in een wireless LAN. De twee besturingsmodi zijn
Infrastructuur en Ad-hoc.
• De besturingsmodus Infrastructuur staat twee vormen van communicatie toe: draadloze apparaten communiceren via een
wireless LAN-toegangspunt met elkaar of met een vast LAN-apparaat. Het voordeel van de besturingsmodus Infrastructuur
is dat u meer controle hebt over netwerkverbindingen omdat deze via een toegangspunt gaan. Een draadloos apparaat kan
toegang krijgen tot de diensten die beschikbaar zijn in een gewoon vast LAN, zoals een bedrijfsdatabase, e-mail, internet en
andere netwerkbronnen.
• In de besturingsmodus Ad-hoc kunt u gegevens verzenden naar en ontvangen van andere apparaten met ondersteuning van
compatibele wireless LAN's, bijvoorbeeld om de gegevens af te drukken. Hiervoor kunnen toepassingen van derden vereist
zijn. Hiervoor is geen wireless LAN-toegangspunt nodig. Stel gewoon de noodzakelijke configuratie in en begin met
communiceren. Hoewel ad-hoc-netwerken gemakkelijk zijn in te stellen, beperkt de communicatie zich tot apparaten die
zich binnen het bereik bevinden en compatibele wireless LAN-technologie ondersteunen.
Verbindingsbeheer
Selecteer 
Menu
 > 
Connect.
 > 
Verb.beh.
.
Als u de status van gegevensverbindingen wilt weergeven of verbindingen wilt verbreken, selecteert u 
Act. geg.verb.
.
Als u wilt zoeken naar beschikbare LAN's binnen het bereik, selecteert u 
Beschk. WLAN
.
Actieve verbindingen weergeven en verbreken
Opmerking:  De uiteindelijke gespreksduur die door de serviceprovider in rekening wordt gebracht kan variëren,
afhankelijk van de netwerkfuncties, afrondingen, belastingen, enzovoort.
In de weergave voor actieve verbindingen kunt u de geopende gegevensverbindingen zien: gegevensoproepen, packet-
gegevensverbindingen en wireless LAN-verbindingen.
Als u uitgebreide informatie over netwerkverbindingen wilt weergeven, selecteert u de verbinding in de lijst en selecteert u
Opties
 > 
Gegevens
. Welk soort informatie wordt weergegeven, is afhankelijk van het verbindingstype.
Als u een netwerkverbinding wilt verbreken, selecteert u de verbinding in de lijst en selecteert u 
Opties
 > 
Verb. verbreken
.
Als u alle actieve netwerkverbindingen tegelijk wilt verbreken, selecteert u 
Opties
 > 
Alle verb. verbrek.
.
Als u de eigenschappen van een netwerk wilt weergeven, drukt u op de joystick.
C o n n e c t i v i t e i t
Copyright © 2006 Nokia. All Rights Reserved.
53