Nokia E61

Page 66
background image
Overzichtsweergave
In de overzichtsweergave kunt u door lange presentaties bladeren. In deze weergave kunt u snel verticaal bladeren, dia's
ordenen en objecten bewerken.
Als u de overzichtsweergave wilt openen, gaat u naar de linkerweergave. In de overzichtsweergave heeft elke dia een eigen
pictogram in het hoofdniveau. Onder het hoofdniveau bevindt zich een subniveau met de tekstvelden en objecten.
Als u de inhoud van de dia wilt weergeven, selecteert u 
Opties
 > 
Uitvouwen
. Als u de inhoud wilt verbergen, selecteert u
Opties
 > 
Samenvouwen
. Als u alle items wilt uit- of samenvouwen, selecteert u 
Opties
 > 
Weergave
 > 
Alles samenvouwen
 of
Alles uitvouwen
.
Als u de volgorde van dia's wilt wijzigen, gaat u naar de dia die u wilt verplaatsen en selecteert u 
Opties
 > 
Dia
 > 
Verplaatsen
.
Druk de joystick omhoog en omlaag om een nieuwe positie te kiezen en selecteer 
OK
.
Als u nieuwe dia's wilt invoegen in een presentatie, selecteert u 
Opties
 > 
Nieuwe dia invoegen
. Selecteer een sjabloon voor de
nieuwe dia. De nieuwe dia wordt ingevoegd na de huidige dia.
Als u dia's wilt kopiëren, plakken of verwijderen, selecteert u een dia en 
Opties
 > 
Dia
 > 
Kopiëren
Plakken
 of 
Verwijderen
.
Als u dia's wilt weergeven of verbergen, selecteert u een dia en 
Opties
 > 
Dia
 > 
Weergeven
 of 
Verbergen
.
Notitieweergave
In de notitieweergave kunt u notities lezen die aan dia's in de presentatie zijn gekoppeld. U kunt ook eigen notities toevoegen.
Als u de notitieweergave wilt openen, gaat u naar de rechterweergave. Elke dia heeft een eigen pictogram in het hoofdniveau.
Onder het hoofdniveau bevindt zich een subniveau voor notities. Als er geen notities zichtbaar zijn, selecteert u 
Opties
 >
Weergave
 > 
Alles uitvouwen
. Als u een notitie wilt bewerken, gaat u naar de notitie en drukt u op de joystick.
Als u een notitie wilt toevoegen, gaat u naar een dia zonder notities en selecteert u 
Opties
 > 
Notitie maken
.
Als u een notitie wilt verwijderen, selecteert u de notitie en 
Opties
 > 
Notitie verwijderen
.
Modeldiaweergave
In de modeldiaweergave kunt u layoutdetails zien. Als u de modeldia bewerkt, worden de wijzigingen toegepast op alle dia's
in de presentatie.
Als u de modeldiaweergave wilt openen, opent u de layoutweergave en selecteert u 
Opties
 > 
Weergave
 > 
Modeldia
. Als u de
modeldia wilt bewerken, drukt u op de joystick.
Presentaties bewerken
Als u een presentatie wilt bewerken, opent u de layoutweergave en selecteert u 
Opties
 > 
Dia bewerken
. Druk de joystick naar
rechts of omlaag om vooruit te bladeren en naar links of omhoog om terug te bladeren. Selecteer 
Opties
.
Definieer de volgende opties:
Titel toevoegen
Subtitel toevoegen
Tekst toevoegen
Tabel invoegen
Afbeelding invoegen
 — Een nieuw tekstveld of object
in het geselecteerde gebied invoegen.
Tekst bewerken
Tabel bewerken
Document bewerken
Werkmap bewerken
 — Het geselecteerde object bewerken
Object bewerken
 — Selecteer 
Verplaatsen
 om het object te verplaatsen, ga naar het object en druk op de joystick. Selecteer
Formaat wijzigen
 om de grootte van het object te wijzigen. Druk de joystick naar links en naar rechts om de breedte van het
object te wijzigen en druk de joystick omhoog en omlaag om de hoogte van het object te wijzigen. Druk op de joystick om
de wijzigingen toe te passen. Selecteer 
Draaien
 om het object te draaien. Druk de joystick naar rechts om het object rechtsom
te draaien en naar links om het object linksom te draaien. Druk op de joystick om de wijzigingen toe te passen. Selecteer
Eigenschappen
 om tekst, lijnen, randen en de achtergrondeigenschappen van het object te bewerken.
Object
 — Verwijder, kopieer of plak het geselecteerde object of voeg er een koppeling aan toe.
Objectpositie
 — Wijzig de laag van het geselecteerde object in de presentatie: naar voren, naar achteren, voorgrond of
achtergrond.
Invoegen
 — Voeg nieuwe tekstvakken, afbeeldingen, vormen, tabellen of opmerkingen toe aan de presentatie.
Ongedaan maken
Opnieuw
 — De laatste wijzigingen ongedaan maken.
Als u een of meer objecten op een dia wilt verplaatsen, gaat u naar de objecten en drukt u in elk object dat u wilt bewerken op
de joystick. Selecteer 
Opties
 > 
Gemark. objecten
 > 
Verplaatsen
. Als u de positie van de gemarkeerde objecten wilt wijzigen, drukt
u de joystick naar links of naar rechts, of omhoog of omlaag. Druk op de joystick om de wijzigingen toe te passen. U kunt de
gemarkeerde objecten ook verwijderen of uitlijnen en groeperen. De groep vormt een nieuw object dat u kunt bewerken. Als
u de markering van objecten wilt opheffen, selecteert u 
Opties
 > 
Alle mark. opheffen
.
Als u lettertype-instellingen wilt definiëren, opent u de layoutweergave en selecteert u 
Opties
 > 
Dia bewerken
. Ga naar het
tekstveld en selecteer 
Opties
 > 
Tekst bewerken
 > 
Opties
 > 
Opmaak
 > 
Lettertype
. U kunt het lettertype, de grootte en de kleur
van het lettertype wijzigen
K a n t o o r t o e p a s s i n g e n
Copyright © 2006 Nokia. All Rights Reserved.
66