Nokia E61

Page 67
background image
Als u de tekenopmaak wilt wijzigen, opent u de layoutweergave en selecteert u 
Opties
 > 
Dia bewerken
. Ga naar het tekstveld
en selecteer 
Opties
 > 
Tekst bewerken
 > 
Opties
 > 
Opmaak
 > 
Tekenopmaak
. Selecteer de juiste opmaakoptie. U kunt tekst vet en
cursief maken, onderstrepen, doorhalen, en de tekst als superscript of subscript weergeven.
Als u een alinea wilt opmaken, opent u de layoutweergave en selecteert u 
Opties
 > 
Dia bewerken
. Ga naar het tekstveld en
selecteer 
Opties
 > 
Tekst bewerken
 > 
Opties
 > 
Opmaak
 > 
Alinea
. U kunt de uitlijning, regelafstand en de breedte van de
linkermarge wijzigen.
Als u de opsommingstekens wilt wijzigen, opent u de layoutweergave en selecteert u 
Opties
 > 
Dia bewerken
. Ga naar het
tekstveld en selecteer 
Opties
 > 
Tekst bewerken
 > 
Opties
 > 
Opmaak
 > 
Opsommingstekens
. U kunt opsommingstekens weergeven,
het opsommingsteken wijzigen en de grootte en kleur definiëren.
Als u de tekstvakinstellingen wilt wijzigen, selecteert u de layoutweergave en 
Opties
 > 
Dia bewerken
. Ga naar het tekstvak en
selecteer 
Opties
 > 
Object bewerken
 > 
Eigenschappen
. U kunt de plaatsing van de tekst in het tekstvak wijzigen en tekstterugloop
in- en uitschakelen.
Als u randen wilt wijzigen, selecteert u de layoutweergave en 
Opties
 > 
Dia bewerken
. Ga naar het object met randen en selecteer
Opties
 > 
Object bewerken
 > 
Eigenschappen
. U kunt alle randen of alleen verticale, horizontale, boven-, onder-, linker- of
rechterranden wijzigen.
Als u lijnen wilt opmaken, selecteert u de layoutweergave en 
Opties
 > 
Dia bewerken
. Ga naar het object met lijnen en selecteer
Opties
 > 
Object bewerken
 > 
Eigenschappen
. U kunt de lijnkleur en -stijl van elementen wijzigen, zoals stippen, streepjes of dikke
lijnen.
Als u de achtergrond wilt opmaken, selecteert u de layoutweergave en 
Opties
 > 
Dia bewerken
. Ga naar een object en selecteer
Opties
 > 
Object bewerken
 > 
Eigenschappen
. U kunt de achtergrondkleur wijzigen en een gestileerde achtergrond weergeven
of verbergen.
Tabellen bewerken
Als u een tabel wilt bewerken, opent u de layoutweergave en selecteert u 
Opties
 > 
Dia bewerken
. Ga naar de tabel en selecteer
Opties
 > 
Tabel bewerken
. De actieve cel is gemarkeerd. Als u de geselecteerde cel wilt wijzigen, drukt u de joystick omhoog,
omlaag, naar links en naar rechts. Selecteer 
Opties
.
Maak een keuze uit de volgende opties:
Tekst bewerken
 — De tekst in de huidige cel wijzigen.
Invoegen
 — Rijen of kolommen toevoegen aan een tabel. Een nieuwe kolom wordt links van de geselecteerde cel ingevoegd
en een nieuwe rij wordt boven de geselecteerde cel ingevoegd.
Verwijderen
 — Hele rijen of kolommen verwijderen uit een tabel
Weergave
 — De tabel in- of uitzoomen, of het zoomniveau wijzigen of aanpassen aan de schermbreedte.
Ongedaan maken
 en 
Opnieuw
 — De laatste wijzigingen ongedaan maken.
Tekst zoeken in een presentatie
Als u een tekstfragment wilt zoeken in een presentatie, selecteert u een van de weergaven. Selecteer 
Opties
 > 
Zoeken
, typ de
tekst in het veld 
Zoeken:
 en druk op de joystick.
Als u de zoekopties voor hoofdletters en hele woorden wilt wijzigen, selecteert u 
Opties
 > 
Zoekopties
.
Als u een tekstfragment in een presentatie wilt zoeken en vervangen, selecteert u een van de weergaven. Selecteer 
Opties
 >
Zoeken
. Typ de te vervangen tekst in het veld 
Zoeken:
, typ de nieuwe tekst in het veld 
Vervangen
 en druk op de joystick. Wanneer
de tekst wordt gevonden, selecteert u 
Vervangen
 om de tekst te vervangen en naar de volgende overeenkomst te gaan of
selecteer 
Negeren
 om de huidige overeenkomst over te slaan en 
Volgende
 om naar de volgende overeenkomst te gaan.
Tip: Als u de huidige overeenkomst wilt overslaan en naar de volgende of vorige overeenkomsten wilt gaan, drukt u
de joystick omhoog of omlaag.
Scherm exporteren
U kunt het scherm van het apparaat weergeven voor een publiek met behulp van een compatibele dataprojector of ander
compatibel projectiesysteem. De scherminhoud wordt naar de dataprojector overgebracht via bijvoorbeeld een Bluetooth-
verbinding.
Selecteer 
Menu
 > 
Kantoor
 > 
Scherm export.
.
Als u beelden wilt kunnen weergeven met een compatibele dataprojector, moet u de stuurprogramma's van de dataprojector
installeren. Neem voor meer informatie contact op met de fabrikant van de dataprojector of met diens vertegenwoordiger.
Niet alle toepassingen ondersteunen deze functie. De externe viewer kan op twee manieren worden gestart: vanuit de map
Kantoor
 of vanuit een toepassing die de viewer ondersteunt.
K a n t o o r t o e p a s s i n g e n
Copyright © 2006 Nokia. All Rights Reserved.
67