Nokia E90 Communicator

Page 25
background image
Een nieuw profiel voor internetoproepen maken
U kunt pas internetoproepen verzenden of ontvangen als u een profiel voor internetoproepen hebt gemaakt.
1. Selecteer   > 
Instrumenten
 > 
Instell.
 > 
Verbinding
 > 
SIP-instellingen
 > 
Opties
 > 
Nieuw SIP-profiel
 en voer de vereiste
gegevens in. Controleer of 
Registratie
 is ingesteld op 
Altijd aan
. Neem voor de juiste instellingen contact op met uw aanbieder
voor internetoproepen.
2. Selecteer 
Proxyserver
 > 
Overdrachtstype
 > 
Auto
.
3. Selecteer 
Terug
 totdat u terug bent in de hoofdweergave voor 
Verbinding
-instellingen.
4. Selecteer 
Internettelefoon
 > 
Opties
 > 
Nieuw profiel
. Voer een naam in voor het profiel en selecteer het SIP-profiel dat u
zojuist hebt gemaakt.
Als u wilt instellen welk profiel moet worden gebruikt als u automatisch verbinding maakt met de service voor internetoproepen,
selecteert u   > 
Connect.
 > 
Internettel.
 > 
Voorkeursprofiel
.
Als u zich handmatig wilt aanmelden bij de dienst voor internetoproepen, selecteert u 
Registratie
 > 
Wanneer nodig
en
Overdrachtstype
 > 
UDP
of 
TCP
 in de SIP-instellingen als u een profiel voor internetoproepen maakt.
Verbinding maken met de dienst voor internetoproepen
Als u een internetoproep wilt verzenden of ontvangen, moet uw apparaat verbinding hebben met een dienst voor
internetoproepen. Als u hebt gekozen voor automatisch aanmelden, wordt automatisch verbinding gemaakt met de dienst
voor internetoproepen. Als u zich handmatig aanmeldt bij de dienst, kiest u een beschikbaar netwerk in de lijst en selecteert u
Selecteer
.
De lijst met netwerken wordt elke 15 seconden automatisch vernieuwd. Als u de lijst handmatig wilt vernieuwen, selecteert u
Opties
 > 
Vernieuwen
. Gebruik deze optie als uw WLAN-netwerk niet in de lijst staat.
Als u een dienst voor internetoproepn voor uitgaande oproepen wilt selecteren als het apparaat verbinding heeft met meerdere
diensten, selecteert u 
Opties
 > 
Service wijzigen
.
Als u nieuwe diensten wilt configureren, selecteert u 
Opties
 > 
Service configureren
. Deze optie wordt alleen weergegeven als
er diensten zijn die nog niet zijn geconfigureerd.
Als u het netwerk wilt opslaan waarmee u momenteel verbinding hebt, selecteert u 
Opties
 > 
Netwerk opslaan
. De opgeslagen
netwerken worden met een sterretje gemarkeerd in de lijst met netwerken.
Als u met een verborgen WLAN verbinding wilt maken met een dienst voor internetoproepen, selecteert u 
Opties
 > 
Verborgen
netwerk gebr.
.
Als u de verbinding met een dienst voor internetoproepen wilt verbreken, selecteert u 
Opties
 > 
Verb. met serv. verbr.
.
Internetoproepen verzenden
U kunt een internetoproep verzenden vanuit alle toepassingen waarmee u een reguliere spraakoproep kunt verzenden. Ga in
Contacten bijvoorbeeld naar het gewenste contact en selecteer 
Bellen
 > 
Opties
 > 
Internetoproep
.
Als u een internetoproep wilt verzenden in de stand-by modus, voert u het telefoonnummer of internetadres in en drukt u op
de beltoets.
Als u met het toetsenbord van de cover een netoproep wilt verzenden naar een adres dat niet met een cijfer begint, drukt u op
een willekeurige cijfertoets als het apparaat in de stand-by modus staat en drukt u vervolgens enkele seconden op # om het
scherm leeg te maken en over te schakelen van de cijfermodus naar de lettermodus. Toets het adres in en druk op de beltoets.
Als u internetoproepen wilt instellen als het voorkeursoproeptype voor uitgaande oproepen, selecteert u   > 
Connect.
 >
Internettel.
 > 
Opties
 > 
Instellingen
 > 
Standaardoproeptype
 > 
Internetoproep
. Als het apparaat verbinding heeft met een
dienst voor internetoproepen, worden alle oproepen verzonden als internetoproepen.
Snelkeuze 
Selecteer   > 
Instrumenten
 > 
Instell.
 > 
Telefoon
 > 
Oproep
 > 
Snelkeuze
 > 
Aan
.
Met de snelkeuzefunctie kunt u een nummer kiezen door een cijfertoets ingedrukt te houden in de stand-by modus.
Als u een cijfertoets aan een telefoonnummer wilt toewijzen, selecteert u   > 
Instrumenten
 > 
Snelkeuze
. Ga naar de cijfertoets
(2 - 9) op het scherm en selecteer 
Opties
 > 
Toewijz.
. Selecteer het gewenste nummer in Contacten.
Als u het telefoonnummer dat aan een cijfertoets is toegewezen, wilt verwijderen, gaat u naar de snelkeuzetoets en selecteert
Opties
 > 
Verwijderen
.
Als u het telefoonnummer dat aan een cijfertoets is toegewezen, wilt wijzigen, gaat u naar de snelkeuzetoets en selecteert u
Opties
 > 
Wijzigen
.
T e l e f o o n
© 2007 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
25