Nokia E90 Communicator

Page 49
background image
11.
Connectiviteit
Uw apparaat biedt verschillende opties om verbinding te maken met internet, een intranet of een ander apparaat of computer.
Draadloze methoden zijn bijvoorbeeld draadloze LAN, Bluetooth en infrarood. Het apparaat ondersteunt een vaste verbinding
via een USB-kabel (Universal Serial Bus) voor Nokia PC Suite. U kunt ook communiceren via internetoproepen (Voice over IP) of
een PTT-, chat- en fax/modemverbinding.
Modem 
Selecteer   > 
Connect.
 > 
Modem
.
In combinatie met een compatibele computer kunt u het apparaat als modem gebruiken om een internetverbinding tot stand
te brengen.
Voordat uw apparaat kan worden gebruikt als modem, moet aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:
• Op de computer moet de juiste communicatiesoftware zijn geïnstalleerd, zoals Nokia PC Suite. Zie de handleiding bij Nokia
PC Suite voor meer informatie.
• U moet geabonneerd zijn op de juiste netwerkdiensten van uw serviceprovider of internetprovider.
• De juiste stuurprogramma's moeten op de computer zijn geïnstalleerd. U moet stuurprogramma's voor uw kabelverbinding
hebben geïnstalleerd en wellicht moeten de stuurprogramma's voor Bluetooth of infrarood worden geïnstalleerd of
bijgewerkt.
Als u verbinding wilt maken met een compatibele computer via een infaroodverbinding, drukt u op de navigatietoets. Zorg
ervoor dat de infraroodpoorten van het apparaat en de computer op elkaar gericht zijn en dat er zich geen obstakels tussen
beide apparaten bevinden.
Als u uw apparaat wilt verbinden met een computer via draadloze Bluetooth-technologie, start u de verbinding vanaf de
computer. U activeert Bluetooth op uw apparaat door achtereenvolgens   > 
Connect.
 > 
Bluetooth
 en 
Bluetooth
 > 
Aan
 te
selecteren.
Als u uw apparaat met een computer verbindt via een kabel, start u de verbinding vanaf de computer.
Mogelijk kunt u bepaalde andere communicatiefuncties niet gebruiken op het moment dat het apparaat als modem wordt
gebruikt.
Kabelverbinding 
Selecteer   > 
Connect.
 > 
USB
.
Met behulp van een USB-gegevenskabel kunt u het apparaat aansluiten op een compatibele computer. Sluit de USB-
gegevenskabel aan op de USB-aansluiting van het apparaat. Als u het apparaattype wilt wijzigen dat u normaliter met de
gegevenskabel op uw apparaat aansluit, drukt u op de navigatietoets.
Installeer Nokia PC Suite op uw computer voordat u een kabelverbinding gebruikt. Nokia PC Suite installeert automatisch het
stuurprogramma voor de USB-gegevenskabel op uw computer. U kunt de modus 
Gegevensoverdracht
 gebruiken zonder de
stuurprogramma's voor de USB-gegevenskabel te installeren.
Als u het apparaat als een modem wilt gebruiken, start u Nokia PC Suite op uw computer, sluit u de computer met de
gegevenskabel aan op het apparaat en selecteert u 
PC Suite
.
Gegevens overbrengen van een computer naar een geheugenkaart
1. Zorg ervoor dat USB als verbindingstype is geselecteerd in het beheer van verbindingsinstellingen in Nokia PC Suite.
2. Plaats een geheugenkaart in het apparaat en sluit het apparaat met de USB-gegevenskabel aan op een compatibele
computer.
3. Als u wordt gevraagd welke modus wordt gebruikt, selecteert u 
Gegevensoverdracht
. In deze modus kunt u het apparaat
zien als een verwijderbare vaste schijf in uw computer.
4. Verbreek de verbinding vanaf de computer (bijvoorbeeld met de wizard Hardware ontkoppelen of uitwerpen in Windows)
om beschadiging van de geheugenkaart te voorkomen.
Verbindingsbeheer 
Selecteer   > 
Connect.
 > 
Verb.beh.
.
Als u de open gegevensverbindingen wilt weergeven, selecteert u 
Act. geg.verb.
. U kunt de gegevenscellen,
pakketgegevensverbindingen en WLAN-verbindingen zien.
Als u uitgebreide informatie over netwerkverbindingen wilt weergeven, selecteert u een verbinding in de lijst en selecteert u
Opties
 > 
Gegevens
. Welk soort informatie wordt weergegeven, is afhankelijk van het verbindingstype.
Als u de geselecteerde netwerkverbinding wilt beëindigen, selecteert u 
Opties
 > 
Verb. verbreken
.
© 2007 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
49