Nokia E90 Communicator

Page 44
background image
10.
Kantoortoepassingen
Selecteer   > 
Kantoor
.
Sommige kantoortoepassingen zijn wellicht niet in alle talen beschikbaar. In dergelijke gevallen is de Engelstalige toepassing
op uw apparaat geïnstalleerd.
Het kan zijn dat het openen van grote bestanden niet mogelijk is of lang duurt.
Bestandsbeheer 
Selecteer   > 
Kantoor
 > 
Best.beh.
.
Met Bestandsbeheer kunt u de inhoud en eigenschappen van bestanden en mappen op het apparaatgeheugen en de
geheugenkaart beheren. U kunt bestanden en mappen openen, maken, verplaatsen, kopiëren, verzenden, zoeken en een andere
naam geven. Door copyrightbescherming is het mogelijk dat bepaalde bestanden niet kunnen worden verzonden.
Open het tabblad voor het apparaat of het tabblad voor de geheugenkaart.
Als u meerdere bestanden wilt selecteren, gaat u naar elk bestand en selecteert u 
Opties
 > 
Markeringen aan/uit
 > 
Markeren
.
Als u de geselecteerde bestanden wilt verzenden, selecteert u 
Opties
 > 
Zenden
.
Als u bestanden wilt verplaatsen of kopiëren naar een andere map, selecteert u 
Opties
 > 
Verplaats naar map
 of 
Kopiëren naar
map
. Standaardmappen zoals Geluidsclips in de Galerij kunnen niet worden verplaatst.
Als u naar bestanden wilt zoeken, selecteert u 
Opties
 > 
Zoeken
. Voer de zoektekst in en druk op de navigatietoets. De mappen
en bestanden waarvan de naam de zoektekst bevat, worden weergegeven.
Als u informatie over het geselecteerde bestand wilt weergeven, selecteert u 
Opties
 > 
Details
. Als u online meer informatie
over het bestand wilt weergeven, selecteert u 
Opties
 > 
Aanvullende details
.
Zoeken 
Selecteer   > 
Kantoor
 > 
Zoeken
.
Met de opdracht Zoeken kunt u zoeken naar gegevens in uw contacten, notities, afspraken, taken, e-mailberichten,
multimediaberichten en SMS-berichten. U kunt ook bestanden zoeken aan de hand van de bestandsnamen in het geheugen
van uw apparaat en op de geheugenkaart.
1. Selecteer de typen inhoud waarin u wilt zoeken. U kunt de selectie opheffen door deze nogmaals te selecteren. Als u alle
typen inhoud wilt doorzoeken, selecteert u 
Alles selecteren
. Als u alle typen inhoud wilt verwijderen, selecteert u 
Alles
deselecteren
.
2. Voer de woorden in die u zoekt, of een gedeelte daarvan. Als u twee woorden in uw zoekopdracht wilt opnemen, moet u
deze scheiden met een spatie. U vindt alleen items die beide woorden bevatten.
3. Selecteer 
Zoeken
.
Tip: U kunt wildcards gebruiken om items te zoeken. Gebruik een ? om één teken te vervangen, en * om nul of meer
tekens te vervangen. Als u het jokerteken ? of * gebruikt, moet u * toevoegen aan het begin en het eind van een
zoekwoord, bijvoorbeeld *wil?en* ("willen") of *ontw*ling* ("ontwikkeling").
Als u de resultaten van uw vorige zoekopdracht wilt bekijken, selecteert u 
Opties
 > 
Vorige resultaten
.
Rekenmachine 
Selecteer   > 
Kantoor
 > 
Rekenm.
.
Opmerking:  Deze rekenmachine heeft een beperkte nauwkeurigheid en is ontworpen voor eenvoudige berekeningen.
Als u een berekening wilt maken, voert u het eerste getal van de berekening in. Selecteer een functie in de functielijst,
bijvoorbeeld optellen of aftrekken. Voer het tweede getal van de berekening in en selecteer =.
De berekeningen worden uitgevoerd in de ingevoerde volgorde. De uitkomst van de berekening blijft in het bewerkingsveld
staan en kan worden gebruikt als eerste getal voor een nieuwe berekening.
Als u de uitkomst van een berekening wilt opslaan, selecteert u 
Opties
 > 
Geheugen
 > 
Opslaan
. Het resultaat dat in het geheugen
was opgeslagen wordt vervangen door dit resultaat.
Als u de uitkomst van een berekening uit het geheugen wilt ophalen en gebruiken in een berekening, selecteert u 
Opties
 >
Geheugen
 > 
Oproepen
.
Als u de laatst opgeslagen uitkomst wilt weergeven, selecteert u 
Opties
 > 
Laatste resultaat
. Als u de rekenmachine afsluit of
het apparaat uitschakelt, wordt het geheugen niet gewist. U kunt de laatst opgeslagen uitkomst ophalen als u de rekenmachine
weer opent.
© 2007 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
44