Nokia E90 Communicator

Page 26
background image
Oproepen omleiden
Selecteer   > 
Instrumenten
 > 
Instell.
 > 
Telefoon
 > 
Doorschakelen
.
U kunt inkomende oproepen omleiden naar uw voicemail of naar een ander telefoonnummer. Neem contact op met uw
serviceprovider voor meer informatie.
Kies of u spraak-, gegevens- of faxoproepen wilt omleiden en maak een keuze uit de volgende opties:
Alle spraakoproepen
Alle gegevensoproepen
, of 
Alle faxoproepen
 — Alle inkomende spraak-, gegevens- of faxoproepen
omleiden.
Indien bezet
 — Inkomende oproepen omleiden als u een actief gesprek hebt.
Als niet aangenomen
 — Inkomende oproepen omleiden als het apparaat gedurende een bepaalde periode is overgegaan.
Selecteer in de lijst 
Wachttijd:
 hoe lang het apparaat overgaat voordat de oproep wordt omgeleid.
Indien buiten bereik
 — Oproepen omleiden wanneer het apparaat is uitgeschakeld of geen netwerkbereik heeft.
Als niet beschikbaar
 — De laatste drie instellingen tegelijk activeren. Met deze optie worden oproepen omgeleid als het
apparaat bezet is, niet wordt beantwoord of buiten bereik van een netwerk is.
Als u de huidige status voor het omleiden van oproepen wilt controleren, gaat u naar de omleidoptie en selecteert u 
Opties
 >
Controleer status
.
Als u het omleiden van oproepen wilt beëindigen, gaat u naar de omleidoptie en selecteert u 
Opties
 > 
Annuleer
.
Het nummer definiëren voor het doorschakelen van oproepen
Selecteer   > 
Instrumenten
 > 
Instell.
 > 
Telefoon
 > 
Doorschakelen
.
Als u oproepen wilt doorschakelen naar uw voicemail, selecteert u een oproeptype en een doorschakeloptie en selecteert u
vervolgens 
Opties
 > 
Activeren
 > 
Naar voicemailbox
.
Als u oproepen wilt doorschakelen naar een ander telefoonnummer, selecteert u een oproeptype en een doorschakeloptie en
selecteert u vervolgens 
Opties
 > 
Activeren
 > 
Drgesch. naar:
. Voer in het veld 
Nummer:
 een nummer in of selecteer 
Zoeken
 om
een nummer op te halen dat is opgeslagen in Contactpersonen.
Oproepen blokkeren
Selecteer   > 
Instrumenten
 > 
Instell.
 > 
Telefoon
 > 
Blokkeren
.
U kunt de oproepen blokkeren die met het apparaat kunnen worden uitgevoerd of ontvangen (netwerkdienst). Als u de
instellingen wilt wijzigen, moet u beschikken over het blokkeerwachtwoord van de serviceprovider. Het blokkeren van oproepen
heeft invloed op alle oproepen, ook gegevensoproepen.
De functies voor het blokkeren en doorschakelen van oproepen kunnen niet tegelijkertijd actief zijn.
Wanneer oproepen zijn geblokkeerd, kunt u soms nog wel officiële alarmnummers kiezen.
Als u oproepen wilt blokkeren, selecteert u 
Sprkoproepen blokkeren
 en maakt u een keuze uit de volgende opties:
Uitgaande oproepen
 — Spraakoproepen met het apparaat voorkomen.
Inkomende oproepen
 — Inkomende oproepen blokkeren.
Internation. oproepen
 — Oproepen naar het buitenland voorkomen.
Ink. opr. in buitenland
 — Oproepen blokkeren wanneer u zich in het buitenland bevindt.
Int. opr. niet nr vaderl.
 — Oproepen naar het buitenland blokkeren maar oproepen naar uw eigen land toestaan.
Als u de status van oproepblokkeringen wilt controleren, selecteert u de blokkeeroptie en selecteert u 
Opties
 > 
Controleer
status
.
Als u alle spraakoproepen wilt blokkeren, selecteert u een blokkeeroptie en selecteert u 
Opties
 > 
Alle blokk. annul.
.
Internetoproepen blokkeren
Als u internetoproepen wilt blokkeren, selecteert u   > 
Instrumenten
 > 
Instell.
 > 
Blokkeren
 > 
Internetopr. blokkeren
.
Als u internetoproepen van anonieme bellers wilt weigeren, selecteert u 
Anonieme oprpn blokkrn
 > 
Aan
.
Het blokkeerwachtwoord wijzigen
Als u het wachtwoord voor het blokkeren van spraak-, fax- en gegevensoproepen wilt wijzigen, selecteert u   >
Instrumenten
 > 
Instell.
 > 
Blokkeren
 > 
Sprkoproepen blokkeren
 > 
Opties
 > 
Blokk. wachtw. wijz.
. Voer het huidige
wachtwoord in en voer vervolgens tweemaal het nieuwe wachtwoord in. Het blokkeerwachtwoord moet u vier cijfers bestaan.
Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie.
T e l e f o o n
© 2007 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
26