Nokia E90 Communicator

Page 86
background image
Certificaatdetails weergeven
U kunt alleen zeker zijn van de identiteit van een server als de handtekening en de geldigheidsduur van het desbetreffende
servercertificaat zijn gecontroleerd.
Als u certificaatdetails wilt bekijken, selecteert u 
Gegevens bekijken
.
Een van de volgende meldingen kan worden weergegeven:
Certificaat niet vertrouwd
 — U hebt nog geen toepassing ingesteld voor het certificaat. U kunt de vertrouwensinstellingen
desgewenst wijzigen.
Geldigheid certificaat verstreken
 — De geldigheidsperiode van het geselecteerde certificaat is verlopen.
Certificaat nog niet geldig
 — De geldigheidsperiode van het geselecteerde certificaat is nog niet begonnen.
Certificaat beschadigd
 — Het certificaat kan niet worden gebruikt. Neem contact op met de uitgever van het certificaat.
Beveiligingsmodules
Selecteer   > 
Instrumenten
 > 
Instell.
 > 
Algemeen
 > 
Beveiliging
 > 
Beveiligingsmodule
.
Als u een beveiligingsmodule wilt weergeven of bewerken, gaat u naar de desbetreffende beveiligingsmodule en drukt u op
de navigatietoets.
Als u uitvoerige informatie over de beveiligingsmodule wilt weergeven, selecteert u 
Opties
 > 
Beveiligingsgegevens
.
De sleutelopslag bevat de inhoud van de beveiligingsmodule. Als u de sleutelopslag wilt verwijderen, selecteert u
achtereenvolgens 
Sleutelopslag
, de gewenste sleutelopslag en 
Opties
 > 
Verwijderen
. Mogelijk kunt u niet voor alle
beveiligingsmodules de sleutelopslag verwijderen.
Codes voor beveiligingsmodules
Selecteer   > 
Instrumenten
 > 
Instell.
 > 
Algemeen
 > 
Beveiliging
 > 
Beveiligingsmodule
.
Als u de PIN-codes voor de beveiligingsmodule wilt wijzigen, selecteert u 
PIN voor module
 om de PIN-code voor de
beveiligingsmodule of 
PIN voor ondertekening
 om de PIN-code voor digitale handtekeningen te wijzigen. Mogelijk kunt u deze
codes niet voor alle beveiligingsmodules wijzigen.
Als u uitvoerige informatie over de beveiligingsmodule wilt weergeven, selecteert u 
Opties
 > 
Beveiligingsgegevens
.
Beveiliging van de geheugenkaart
Selecteer   > 
Instrumenten
 > 
Geheugen
.
U kunt een geheugenkaart beveiligen met een wachtwoord om onbevoegd gebruik te voorkomen. Als u een wachtwoord wilt
instellen, selecteert u 
Opties
 > 
Wachtw. instellen
. Het wachtwoord mag acht tekens lang zijn en is hoofdlettergevoelig. Het
wachtwoord wordt opgeslagen op het apparaat. U hoeft het niet opnieuw in te voeren zolang u de geheugenkaart in hetzelfde
apparaat gebruikt. Als u de geheugenkaart in een ander apparaat gebruikt, wordt naar het wachtwoord gevraagd. Niet alle
geheugenkaarten ondersteunen beveiliging met een wachtwoord.
Als u het wachtwoord voor de geheugenkaart wilt verwijderen, selecteert u 
Opties
 > 
Wachtw. verw.
. Wanneer u het
wachtwoord verwijdert, zijn de gegevens op de geheugenkaart niet meer beveiligd tegen onbevoegd gebruik.
Als u een geblokkeerde geheugenkaart wilt openen, selecteert u 
Opties
 > 
Geh.kaart deblokk.
. Voer uw wachtwoord in.
Als u zich het wachtwoord voor de geblokkeerde geheugenkaart niet meer kunt herinneren, kunt u de kaart formatteren. De
kaart is dan gedeblokkeerd en het wachtwoord verwijderd. Door de kaart te formatteren, worden echter ook alle gegevens op
de kaart vernietigd.
Het apparaat blokkeren
Wanneer het apparaat is vergrendeld, kunt u soms wel het geprogrammeerde alarmnummer kiezen.
Als u wilt voorkomen dat anderen toegang krijgen tot uw gegevens, kunt u het apparaat in de stand-by mode blokkeren. Druk
op de aan/uit-toets, selecteer 
Blokkeer telefoon
 en voer de blokkeringscode in. De standaardblokkeringscode is 12345. Als u
het apparaat wilt vrijgeven, drukt u op de linkerselectietoets, voert u de blokkeringscode in en drukt u op de navigatietoets.
U kunt het apparaat ook op afstand blokkeren door middel van een SMS-bericht. Als u blokkeren op afstand wilt inschakelen en
de tekst voor het SMS-bericht definiëren, selecteert u   > 
Instrumenten
 > 
Instell.
 > 
Algemeen
 > 
Beveiliging
 > 
Telefoon en
SIM-kaart
 > 
Ext. blokkering toest.
 > 
Ja
. Voer de tekst voor het blokkeringsbericht in en bevestig dit. Het bericht moet uit ten
minste 5 tekens bestaan.
Als u de blokkeringscode wilt wijzigen, selecteert u   > 
Instrumenten
 > 
Instell.
 > 
Algemeen
 > 
Beveiliging
 > 
Telefoon en
SIM-kaart
 > 
Blokkeringscode
. Voer de huidige code in en vervolgens tweemaal de nieuwe code. De nieuwe code mag tussen
de 4 en 255 tekens lang zijn. U kunt zowel cijfers als letters gebruiken, en zowel hoofdletters als kleine letters.
B e v e i l i g i n g
© 2007 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
86