Nokia E90 Communicator

Page 47
background image
Met Zipbeheer kunt u het volgende doen: nieuwe archiefbestanden maken waarin u gecomprimeerde .zip-bestanden kunt
opslaan; één of meer gecomprimeerde bestanden of mappen toevoegen aan een archief; het wachtwoord voor beveiligde
archieven instellen, wissen of wijzigen; en instellingen wijzigen, zoals het compressieniveau en codering voor bestandsnamen.
U kunt de archiefbestanden in het geheugen van het apparaat of op de geheugenkaart opslaan.
Afdrukken 
U kunt vanaf het apparaat berichten of bestanden afdrukken, voorbeelden van afdruktaken bekijken, opties voor de pagina-
indeling definiëren, een printer selecteren en gegevens afdrukken naar een bestand. Mogelijk kunnen niet alle berichten worden
afgedrukt, zoals multimediaberichten of andere speciale berichten.
De printer moet compatibel zijn met een van de volgende dragers: IrDA, Bluetooth, LPR (in overeenstemming met RFC 1179) of
HP JetDirect.
Als u een printer voor uw apparaat wilt configureren, selecteert u   > 
Kantoor
 > 
Printers
 > 
Opties
 > 
Toevoegen
. Als u de
printer wilt instellen als standaardprinter, selecteert u 
Opties
 > 
Als standaard
.
Voordat u begint met afdrukken moet uw apparaat op de juiste wijze op de printer zijn aangesloten.
Als u een bericht of bestand wilt afdrukken, selecteert u 
Opties
 > 
Afdrukken
.
Als u naar een bestand wilt afdrukken, selecteert u 
Opties
 > 
Afdrukopties
 > 
Afdrukken naar bestand
 en bepaalt u de locatie
voor het bestand.
Als u de afdrukopties wilt wijzigen, selecteert u 
Opties
 > 
Afdrukopties
. U kunt de printer selecteren die u wilt gebruiken, het
aantal exemplaren en het paginabereik dat u wilt afdrukken.
Als u de pagina-indeling wilt wijzigen voordat u begint met afdrukken, selecteert u 
Opties
 > 
Afdrukopties
 > 
Pagina-
instelling
. U kunt het papierformaat en de afdrukstand wijzigen, de marges definiëren en een koptekst en voettekst invoegen.
De maximumlengte van de koptekst en voettekst is 128 tekens.
Als u een voorbeeld van een bestand of bericht wilt bekijken voordat u het afdrukt, selecteert u 
Opties
 > 
Afdrukopties
 >
Voorbeeld
.
Draadloos toetsenbord 
Selecteer   > 
Kantoor
 > 
Draadl. ttsnbord
.
Gebruik de toepassing voor draadloze toetsenborden om een Nokia Wireless Keyboard of een ander compatibel draadloos
toetsenbord dat het Bluetooth HID-profiel (Human Interface Devices) ondersteunt, in te stellen voor gebruik met het apparaat.
Verbinding maken met het toetsenbord
1. Activeer Bluetooth-connectiviteit op uw apparaat: selecteer   > 
Connect.
 > 
Bluetooth
 > 
Bluetooth
 > 
Aan
.
2. Schakel het draadloze toetsenbord in.
3. Selecteer   > 
Kantoor
 > 
Draadl. ttsnbord
 > 
Opties
 > 
Toetsenbord zoeken
 om te zoeken naar apparaten met Bluetooth-
connectiviteit.
4. Selecteer het toetsenbord in de lijst en druk op de navigatietoets om de verbinding tot stand te brengen.
5. Koppel het toetsenbord aan uw apparaat door een toegangscode naar keuze (1-9 cijfers) in te toetsen op het apparaat en
dezelfde toegangscode op het toetsenbord.
6. Als u wordt gevraagd om een toetsenbordindeling, selecteert u een indeling in de lijst op het apparaat.
Als de naam van het toetsenbord wordt weergegeven op het scherm van het apparaat, wordt de status gewijzigd in 
Toetsenbord
verbonden
 en knippert de groene indicator op het toetsenbord langzaam. Het toetsenbord is klaar voor gebruik.
De verbinding met het toetsenbord verbreken
Als u de Bluetooth-verbinding wilt sluiten maar de toepassing voor draadloze toetsenborden niet wilt afsluiten, selecteert u
Opties
 > 
Verb. met toetsenbord verbr.
.
Als u de verbinding met het toetsenbord wilt verbreken en de Bluetooth-verbinding wilt beëindigen, selecteert u   >
Connect.
 > 
Bluetooth
 > 
Bluetooth
 > 
Uit
.
Raadpleeg de gebruikershandleiding bij het toetsenbord voor informatie over de werking en het onderhoud.
Notities 
Selecteer   > 
Kantoor
 > 
Notities
.
U kunt notities maken en verzenden naar andere compatibele apparaten en u kunt ontvangen tekstbestanden (indeling .txt)
opslaan in Notities.
Als u een nieuwe notitie wilt schrijven, selecteert u 
Opties
 > 
Nieuwe notitie
.
Als u de notitie wilt verzenden naar andere apparaten, selecteert u 
Opties
 > 
Zenden
.
K a n t o o r t o e p a s s i n g e n
© 2007 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
47