Nokia E90 Communicator

Page 51
background image
Apparaten koppelen
Open het tabblad voor gekoppelde apparaten.
Voordat u apparaten koppelt, maakt u een eigen toegangscode (1-16 cijfers) en spreekt u met de gebruiker van het andere
apparaat af om dezelfde code te gebruiken. Apparaten zonder gebruikersinterface hebben een vaste toegangscode. U hebt deze
toegangscode alleen nodig wanneer u de apparaten voor het eerst koppelt. Nadat de apparaten zijn gekoppeld kunt u de
verbinding autoriseren. Als u apparaten koppelt en de verbinding autoriseert, kunt u sneller en gemakkelijker verbinding maken,
omdat u niet elke keer de verbinding met een gekoppeld apparaat hoeft te accepteren wanneer verbinding tot stand wordt
gebracht.
De toegangscode voor SIM-toegang op afstand moet uit 16 cijfers bestaan.
1. Selecteer 
Opties
 > 
Nw gekoppeld app.
. Het apparaat zoekt naar Bluetooth-apparaten binnen bereik. Als u eerder gegevens
met Bluetooth hebt verzonden, wordt een lijst met de vorige zoekresultaten weergegeven. Als u meer Bluetooth-apparaten
wilt zoeken, selecteert u 
Meer apparaten
.
2. Selecteer het apparaat dat u wilt koppelen en voer de toegangscode in. Op het andere apparaat moet dezelfde toegangscode
worden ingevoerd.
3. Selecteer 
Ja
 om uw apparaat voortaan automatisch te verbinden met het andere apparaat, of selecteer 
Nee
 om de verbinding
handmatig te bevestigen wanneer er opnieuw een verbinding tot stand wordt gebracht. Nadat het apparaat is gekoppeld,
wordt het opgeslagen op de pagina met gekoppelde apparaten.
Als u het gekoppelde apparaat een bijnaam wilt geven, selecteert u 
Opties
 > 
Korte naam toewijz.
. De bijnaam wordt alleen
weergegeven op uw apparaat.
Als u een koppeling wilt verwijderen, selecteert u het apparaat waarvan u de koppeling wilt verwijderen en vervolgens
Opties
 > 
Verwijderen
. Als u alle koppelingen wilt verwijderen, selecteert u 
Opties
 > 
Alle verwijderen
. Als u verbinding hebt
met een apparaat en de koppeling met dat apparaat annuleert, wordt de koppeling meteen verwijderd en de verbinding
beëindigd.
Als u een gekoppeld apparaat wilt toestaan automatisch verbinding te maken met uw apparaat, selecteert u 
Geautoriseerd
. Er
kan zonder uw tussenkomst een verbinding tussen uw apparaat en het andere apparaat tot stand worden gebracht. U hoeft
de verbinding niet te accepteren of te autoriseren. Gebruik deze optie alleen voor uw eigen apparaten, bijvoorbeeld een
compatibele hoofdtelefoon of computer, of voor apparaten van iemand die u vertrouwt. Als u verbindingsverzoeken van het
andere apparaat elke keer afzonderlijk wilt accepteren, selecteert u 
Niet geautoriseerd
.
Als u een audiotoebehoren, bijvoorbeeld een Bluetooth-handsfreeset of -hoofdtelefoon, wilt gebruiken, moet u het apparaat
koppelen aan het toebehoren. Raadpleeg de handleiding bij het toebehoren voor de toegangscode en verdere instructies. Als
u verbinding wilt maken met het audiotoebehoren, schakelt u het toebehoren in. Sommige audiotoebehoren maken
automatisch verbinding met uw apparaat. Anders opent u het tabblad voor gekoppelde apparaten, bladert u naar het
toebehoren en selecteert u 
Opties
 > 
Verb. met audioapparaat
.
Beveiligingstips
Als u geen Bluetooth-verbinding gebruikt, selecteert u 
Bluetooth
 > 
Uit
 of 
Waarneembrh. tel.
 > 
Verborgen
.
Koppel het apparaat niet met een onbekend apparaat.
Indicatoren voor Bluetooth-connectiviteit
  Bluetooth is geactiveerd.
  Wanneer het pictogram knippert, wordt geprobeerd een verbinding met het andere apparaat tot stand te brengen.
Wanneer het pictogram ononderbroken wordt weergegeven, is de Bluetooth-verbinding actief.
SIM-toegangsprofiel
Als het draadloze apparaat in de externe SIM-modus staat, kunt u alleen via een compatibele en aangesloten uitbreiding, zoals
een carkit, gesprekken voeren of ontvangen. U kunt in deze modus geen nummers kiezen met uw draadloze apparaat, behalve
de alarmnummers die in het apparaat zijn geprogrammeerd. Als u wilt bellen met uw apparaat, moet u eerst de externe SIM-
modus verlaten. Als het apparaat vergrendeld is, moet u eerst de beveiligingscode invoeren om het te ontgrendelen.
Met het SIM-toegangsprofiel hebt u toegang tot de SIM-kaart van het apparaat vanaf een compatibele carkit. U hebt dan geen
afzonderlijke SIM-kaart nodig voor toegang tot de SIM-kaartgegevens en om verbinding met het GSM-netwerk te kunnen maken.
Voor het gebruik van het SIM-toegangsprofiel hebt u het volgende nodig:
• Een compatibele carkit met ondersteuning voor draadloze Bluetooth-technologie.
• Een geldige SIM-kaart in uw Nokia E90 Communicator.
Zie www.nokia.com en de gebruikershandleiding bij uw carkit voor meer informatie over carkits en compatibiliteit met uw
Nokia E90 Communicator.
C o n n e c t i v i t e i t
© 2007 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
51