Nokia E90 Communicator

Page 81
background image
Toepassingen installeren
U kunt twee soorten toepassingen en software op het apparaat installeren:
• Toepassingen en software die speciaal zijn ontworpen voor het apparaat of die compatibel zijn met het Symbian-
besturingssysteem. Installatiebestanden van dergelijke software hebben als extensie .sis.
• J2ME™-toepassingen die compatibel zijn met het Symbian-besturingssysteem. De extensie van installatiebestanden van
Java-toepassingen zijn .jad of .jar.
Installatiebestanden kunnen vanaf een compatibele computer worden overgezet naar uw apparaat, worden gedownload
wanneer u aan het surfen bent, of aan u worden verzonden in een multimediabericht, als e-mailbijlage of door middel van
Bluetooth. Als u Nokia PC Suite gebruikt om een bestand over te zetten naar het apparaat, moet u het bestand opslaan in de
map C:\nokia\installs op de computer.
Tijdens de installatie wordt de integriteit van het te installeren pakket door de telefoon gecontroleerd. U ziet informatie over
deze controles en u hebt de mogelijkheid de installatie voort te zetten of te onderbreken.
Als u toepassingen installeert waarvoor een netwerkverbinding nodig is, kan het zijn dat het energieverbruik van het apparaat
toeneemt tijdens het gebruik van deze toepassingen.
Tip:  Wanneer u op internet surft, kunt u een installatiebestand downloaden en meteen installeren. Houd er rekening
mee dat de verbinding actief blijft op de achtergrond tijdens de installatie.
Als u software van internet wilt downloaden en installeren, selecteert u 
Toepassingen downldn
. Selecteer de toepassing en
Opties
 > 
Installeren
.
Als u de details van een geïnstalleerd softwarepakket wilt weergeven, selecteert u de toepassing en vervolgens 
Opties
 >
Gegevens bekijken
.
Als u het installatielogboek wilt weergeven, selecteert u 
Opties
 > 
Logboek bekijken
. Er wordt een lijst weergegeven met
software die is geïnstalleerd en verwijderd en de datum waarop dat is gebeurd. Als u problemen met het apparaat ondervindt
nadat u een softwarepakket hebt geïnstalleerd, kunt u met deze lijst proberen te achterhalen welk softwarepakket het probleem
veroorzaakt. De informatie in deze lijst kan u ook helpen problemen te ontdekken die worden veroorzaakt door
softwarepakketten die onderling niet compatibel zijn.
Als u software wilt verwijderen, selecteert u 
Opties
 > 
Verwijderen
. Als u software hebt verwijderd, kunt u deze alleen opnieuw
installeren met het oorspronkelijke softwarebestand, of door een volledige back-up van het verwijderde softwarepakket te
herstellen. Als u een softwarepakket verwijdert, kunt u mogelijk niet langer bestanden openen die met de verwijderde software
zijn gemaakt. Als een ander softwarepakket afhankelijk is van het verwijderde softwarepakket, is het mogelijk dat deze software
niet meer werkt. Raadpleeg de documentatie van het geïnstalleerde softwarepakket voor meer informatie.
Installatie-instellingen
Als u installatie-instellingen wilt wijzigen, selecteert u 
Opties
 > 
Instellingen
 en maakt u een keuze uit de volgende opties:
Verwijderen
 — Het installatiebestand van het softwarepakket wordt na de installatie van het apparaat verwijderd. Als u
softwarepakketten met de webbrowser downloadt, kunt u met deze optie opslagruimte vrijmaken. Als u het bestand wilt
opslaan om het softwarepakket eventueel opnieuw te installeren, moet u deze optie niet selecteren of ervoor zorgen dat u
een kopie van het bestand hebt opgeslagen op een compatibele computer of op een cd-rom.
Selecteer taal:
 — Als het softwarepakket verschillende taalversies van de software bevat, selecteert u de taalversie die u wilt
installeren.
Type
 — Geef op wat voor soort toepassingen u wilt installeren. U kunt bijvoorbeeld alleen toepassingen met gecontroleerde
certificaten installeren. Deze instelling is alleen van toepassing op toepassingen van het Symbian-besturingssysteem (.sis-
bestanden).
Beveiligingsinstellingen voor Java
Als u beveiligingsinstellingen voor een Java-toepassing wilt opgeven, selecteert u   > 
Installaties
 > 
Toepassingsbeheer
 >
Opties
 > 
Instellingen
.
U kunt opgeven tot welke functies de Java-toepassing toegang heeft. Welke waarde u voor elke functionaliteit kunt instellen is
afhankelijk van het beveiligingsdomein van het softwarepakket.
Netwerktoegang
 — Een gegevensverbinding naar het netwerk maken.
Berichten
 — Berichten verzenden.
Toep. autom. starten
 — De toepassing automatisch starten.
Connectiviteit
 — Een lokale gegevensverbinding activeren, zoals een Bluetooth-verbinding.
Multimedia
 — Afbeeldingen vastleggen of video of geluid opnemen.
Gebr.gegevens lezen
 — Agenda-items, contacten of andere persoonlijke gegevens lezen.
Gebr.geg. bewerken
 — Persoonlijke gegevens toevoegen, bijvoorbeeld items aan Contactpersonen.
U kunt instellen op welke wijze u een Java-toepassing toegang tot apparaatfuncties toestaat. Selecteer een van de volgende
opties:
A p p a r a a t -   e n   g e g e v e n s b e h e e r
© 2007 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
81